
Tussen zwijgen & gillen: Een onmogelijke opgave?
Als ik mijn spullen over het prikkeldraad hef zie ik dat de beoogde stek vrij is. Het water ziet er kalm uit en een laagje drijfvuil op het midden van de baai wordt rustig een hoek in gedreven. Hopelijk heeft de voerbeurt van gisteren de vis op het voer gekregen. Er is aardig wat voer te water gegaan, maar met de visbezetting zou dat geen probleem moeten zijn en hoop ik de komende uurtjes één of meerdere vissen op de mat te krijgen.
Op m’n gemak zet ik de spullen op en gooi ik beide hengels in. De één voorzien van een enkele 15mm boilie, de ander met een snowman (15mm boilie en 15mm pop-up). Beide hengels worden ongeveer tien meter uit elkaar gevist op een diepte van zo’n zeven meter. Een diepe stek voor de tijd van het jaar, maar wel een waar ik altijd goed heb gevangen in de afgelopen zomers.
Het duurt even voor ik de eerste activiteit waarneem, maar vlak na een kleine bui zie ik, verspreid over het water, meerdere vissen springen. Als er dan uiteindelijk ook pal boven mijn stek een schubkarper het luchtruim zoekt groeit het vertrouwen in een goede afloop. De hangers blijven echter akelig stil hangen en ook de delkims nemen het spreekwoord 'spreken is zilver, zwijgen is goud’ iets te letterlijk.
Na iets meer dan tweeëneenhalf uur vissen zie ik plotseling de top van mijn linker hengel iets bewegen. De beweging houdt een aantal seconden aan, maar is te miniem om iets mee te doen. Wel weet ik dat er vis op de stek aanwezig is en dat geeft de burger moed. De accu van mijn videocamera is leeg en ik pak mijn telefoon er bij om een mogelijke run vast te leggen. Vlak na het indrukken van de recordknop slaat de hanger tegen de hengel. Direct daarop begint de lijn van de molen te lopen en ook de delkim kan zich niet langer stilhouden. Het is echter niet de linker hengel, maar verrassend genoeg juist de rechter die ligt te stuiteren in de steunen. Een korte dril volgt en een kleine schubkarper van zo’n 6 kg zwemt niet veel later weer weg uit mijn handen. Toch vis! Het filmpje blijkt niets te zijn geworden.
Een onmogelijke opgave?
Als ik het bruggetje oploop en neerkijk op de voorjaarsstek zie ik meerdere karperstaarten onder het drijfvuil wapperen. De vissen liggen vol in de stroming en doen zich waarschijnlijk tegoed aan de kleine waterdiertjes die door de stroming worden meegevoerd. In het totaal tel ik zo’n acht vissen die met grote regelmaat onder het drijfvuil vandaan komen en ook onder het bruggetje in de schaduw gaan liggen. Het zijn geen grote vissen, maar toch erg leuk om te vangen!
Het enige probleem is de weelderige groei van het riet. Waar ik in het voorjaar namelijk zonder problemen kon drillen vanaf de kant is dat nu onmogelijk. Het haken van een vis zal het grootste probleem niet zijn, het landen er van wel. Soms moet je je neerleggen bij de conclusie dat een stek niet bevisbaar is, maar in dit geval denk ik dat er mogelijkheden liggen om toch op een veilige manier vissen te vangen.
In de aankomende week wil ik dan ook een poging gaan wagen om de vissen, met lieslaarzen of een waadpak, vanuit het water te benaderen. Ik zal hiervoor door het slootje moeten waden en het aas waarschijnlijk onder het bruggetje moeten aanbieden. Bij een aanbeet zal het een kwestie van blokken worden, zodat de vis niet aan de kanaalkant het riet in duikt. Hopelijk werkt mijn bedachte plannetje en kan ik jullie binnenkort een verslag geven van deze visserij en een aantal mooie kanaalkarpertjes tonen die nooit of nauwelijks zijn gevangen!