Het vissen op groot water is niet altijd even makkelijk. Dit geldt helemaal voor mensen die hier niet veel ervaring mee hebben. Grote meren zijn op meerdere manieren goed te bevissen, mits je op de juiste plekken zit te vissen. Het gebruik van een boot, voerboot en natuurlijk de peilhengel helpen je bij het vinden van de juiste stekken. In dit artikel bespreken we enkele voorbeelden van stekkeuze op groot water. De eerste belangrijke tip is om niet op blind vertrouwen je hengels in te werpen en te gaan wachten tot er wat gebeurt. Hoewel de karpers ook op groot water regelmatig in de kantjes zullen zwemmen (en je op ondiepe wateren zoals de randmeren ook met je waadpak uit de voeten kunt), kan je zelf genoeg stekken vinden met behulp van bijvoorbeeld een boot, peilhengel of zelfs een drone.

Gebruik een boot om je stekken te zoeken

Een (rubber)boot zal een enorme aanvulling zijn op je visserij. Met de boot kan je stekken verkennen, je lijnen uitvaren en ook de vis achterna gaan als je op grote afstand vist of een vis moet halen ivm wiergroei of obstakels. Als je op groot water vist is het wel aan te raden om een flinke boot te gebruiken van minimaal 2.40 meter, maar liefst zelfs 3 meter lengte. Op groot water kan de wind namelijk flink wat vat krijgen en heb je kans op een behoorlijke golfslag. Met een stevige boot ben je dan een stuk veiliger. Gebruik op groot water altijd een zwemvest, een ongeluk zit immers in een klein hoekje.

De laatste jaren worden de wateren steeds helderder en groeien diverse wiersoorten enorm. Dankzij de boot, een onderwaterkijker en een goede polaroid kan je vaak op zicht al stekken vinden. Denk hierbij aan open plekken tussen het wier, grindplaatjes, plateau’s etc. 

Gebruik een goede fishfinder

Een fishfinder, ofwel een dieptemeter, is in combinatie met je boot een bijzonder welkom item. Met de fishfinder ga je op zoek naar afwijkingen in het bodemverloop. Daarmee bedoelen we een plotseling diepteverschil zoals een richel, talud of plateau. Ook kan je met een betere fishfinder op je scherm al zien of je te maken hebt met een harde of zachte bodemstructuur (in een later artikel zullen we het uitgebreid over de werking van de fishfinder hebben.)

Als je tegenwoordig investeert op een betere fishfinder heb je vaak opties als sidescan en downscan, GPS etc. Dankzij de side- en downscan krijg je min of meer een kijkje onder water. Het is bizar wat voor details je hiermee kunt zien en hoe makkelijk het wordt om de bodem in kaart te brengen. Dankzij de ingebouwde GPS functie sla je je stekken op in Waypoints en vaar je zonder moeite terug naar de plek waar je gevoerd hebt of net een vis hebt gevangen. Handig!

Heliview met de drone

Anno 2021 is het gebruik van drones helemaal ingeburgerd en zijn steeds meer vistassen ook voorzien van een kleine drone zoals een DJI Mavic. Nu is er een grote groep vissers die het gebruik van een drone niet vindt passen binnen het vissen, maar als je er wel de voordelen van ziet dan gaat er een wereld voor je open. In zeer korte tijd kan je met een drone een water verkennen en door de unieke ‘heliview’ zelfs vissen zoeken.

Vanuit de lucht is het vaak makkelijk om verschillende details te zien zoals ondieptes, diepteverschillen, wiervelden en dus visactiviteit! Daarmee kan je het fotograferen, filmen en live uitkijken. Dankzij de steeds lichter wordende drones blijven ze langer in de lucht en ben je in staat om binnen no-time een stek te zoeken die je met de boot verder kunt onderzoeken. In het geval van gevonden vissen zou je er zelfs gelijk een hengel naartoe kunnen gooien of varen.

Prodding stick

Heb je een stek gevonden die interessant lijkt dan is het slim om hier snel een marker neer te leggen. Betreft het een richel of een plateau dan is het slim om aan beide kanten een marker te plaatsen. Daarmee voorkom je dat je af blijft drijven door de wind en de steeds over je stek blijft drijven. Vervolgens kan je een prodding stick gebruiken om de bodem mee af te tasten.

Een prodding stick is een lange staaf (vaak bestaande uit meerdere delen) met aan het einde een stomp of juist puntig einde. Bij de meeste prodding sticks kan je deze wisselen. Met de prodding stick voel je hoe hard de bodem is. Heb je te maken met een harde bodem zoals grind of hard zand dan gebruik je het stompe uiteinde. Ligt er een zachte (blubber)bodem dan kan je met de punt prikken. Op die manier kan je snel voelen hoe dik de sliblaag is. Als je de prodding stick vervolgens omhoog haalt kan je aan de punt vaak nog zien wat voor bodem het betreft. Zit de prodding stick onder de (rode) beestjes dan heb je kans dat je een hot spot hebt aangeboord en zit je vaak op goud. Een andere optie is dat de sliblaag ontzettend stinkt. Op zulke plekken zal je aas niet lang aantrekkelijk zijn!

Op zoek naar de juiste stek op groot water

Als je voor het eerst aan een groot water staat kan dat nogal overweldigend zijn. Niet ieder groot water is natuurlijk gelijk, maar op de echt grotere wateren kan het een behoorlijke uitdaging zijn om je stekken te zoeken. Het belangrijkste om te onthouden is dat de karper hetzelfde visje is als op klein water. Daarmee willen we zeggen dat ze dezelfde routines, voorkeuren etc hebben als hun soortgenoten op kleine wateren en dat biedt handvatten. Karpers houden immers van beschutting en zullen zich ook op groot water vaak ophouden in de buurt van wier- en lelievelden. Niet zelden vind je de vissen hier in flinke groepen. Ook ondiepe baaien, eilanden, grote rietvelden en ingangen van sloten, rivieren en kanalen zijn zéér de moeite waard om te proberen.

Hoe navigeert de karper?

Het is goed om te weten dat karpers hun lijf gebruiken om te navigeren. Halverwege de flank van de karper zit namelijk de zogenoemde ‘laterale lijn’ (ook wel de ‘zijlijn’ genoemd). Simpel gezegd bevat deze lijn een hele hoop sensoren waarmee de vis trillingen en beweging uit de omgeving kan opnemen. Door de drukgolven die de vis zelf uitzendt zal hij waar kunnen nemen of er obstakels, richels, taluds en plateaus in de buurt zijn. Het wordt aangenomen dat karpers deze diepteverschillen gebruiken als (snel)wegen. Bied je aas eens op verschillende dieptes langs een taludrand aan om te kijken op welke hoogte de vissen zwemmen. Datzelfde geldt voor de randen van plateau’s en de overgangen van een harde naar zachte bodem. Het zijn vaak de onderbrekingen in een monotoon bodemverloop waar de vis te vinden valt.

Volg de wind

Het lijkt een eeuwenoud gezegde, maar ‘wind op de kant is vis in de hand‘ geldt vaak op groot water. De wind neemt immers voedsel mee en zorgt voor zuurstof in het water. Op grote wateren zal de wind nog veel meer effect hebben omdat het water daardoor lekker ruw wordt. Een continu veranderende windrichting is meestal niet optimaal, maar als de wind doorlopend op één kant staat te beuken dan is dit een goed uitgangspunt voor je sessie. Houd de oppervlakte in de gaten, je zult regelmatig karpers zien springen in de golven.

Ga goed voorbereid op pad

Voorbereiding is altijd belangrijk, maar op groot water helemaal. Zorg dat de accu’s van je boot zijn opgeladen. Neem je markers mee en zorg voor flinke molens met voldoende lijn. Niet zelden vind je op grote afstand namelijk interessante features zoals plateau’s en wiervelden. Een gevlochten lijn met een stevige voorslag is daarbij een must, aangezien je op grote afstand teveel rek hebt in je mono lijnen en je beetregistratie goed moet zijn. De voorslag is met name voor de mosselbanken en andere scherpe randen die je regelmatig kunt aantreffen. Zorg voor een zwemvest en droge kleding.

Succes met je visserij op groot water

Hopelijk heb je met deze tips wat handvatten om op zoek te gaan naar een stek op groot water. Wees niet bang om het een keer te proberen want vaak zal je ook dit soort wateren de vis gaan vinden. Ken je iemand die de visserij op groot water al eigen is? Vraag dan gewoon eens om wat tips of ga een keertje mee voor een spoedcursus. Succes!