Eenzaam op de Belgische kanalen

Eenzaam op de Belgische kanalen

“Back to the training bord” zou ene Raymond Van Barneveld zeggen , wanneer hij niet tevreden is met het gewenste resultaat. Dit was ook bij mij niet anders. Nu ik mijn voorjaar, na een trage start, succesvol heb kunnen afronden (zie het artikel Lockdown Madness) bleef de queste van het Kempisch kanaal aan mij knagen.

 

Advertentie:

  



Terug naar het Kempisch kanaal

Drukte, verkeerde mentaliteit en haar moeilijke bewoners waren factoren die mij van haar deden afdwalen. Tijdens de zomerperiode zal je mij normaliter niet snel zien opdagen voor die langere weekendsessies of iets in die aard. Eerder korte nachten of ochtendsessies en voor de zon zijn hoogtepunt bereikt weer gepakt en gezakt huiswaarts. Door de hele coronacrisis had ik echter veel vrije tijd ter mijn beschikking waar ik deze zomer toch wel wat gebruik van wilde maken. Daar waar ik niet zo’n zomers persoon ben, zag ik het wel wat somber in om in volle coronacrisis tussen het grote aantal “coronavissers” mijn zomer door te vissen. Deze dingen heb je uiteraard niet in de hand bij een openbare visserij.

Ik wist dat het druk ging worden en ik wist dat de typische Kempisch kanaal mentaliteit ging overheersen. Kortom, ik wist dat het een periode van ergernissen ging worden, maar ik hoopte dat de beloning eens zo zoet zou smaken. In het vroege voorjaar was ik met succes gestart op het Kempisch kanaal sluisstuk 8/9. Door extreme drukte moest ik al snel verhuizen naar Kempisch kanaal sluisstuk 7/8, waar het heel wat minder druk was. Mijn plan was om hier, tijdens de zomer, de draad weer op te pikken.

Een schub van het Kempisch kanaal uit het vroege voorjaar
Een schub van het Kempisch kanaal uit het vroege voorjaar

Observeren langs het kanaal

Met de polaroidbril in de aanslag en plooifiets in de wagen ga ik weer op pad. Ik kon zeer snel een groep “zonnekloppers” lokaliseren en zag er werkelijk een mega spiegel tussen zwemmen. Op het eerste zicht niets heel bijzonder, maar toen ik gebogen door het hoge gras sloop kwam ze richting mij gezwommen. De schouders op deze spiegel waren immens! Mijn hart ging tekeer gepaard met die bepaalde soort zenuwachtigheid. Ik blijf tot wel een half uur lang de strook van 100 tot 200 m, die de karpers telkens heen en weer zwemmen, mee afleggen en besluit om dan uit te pakken op een stek waar ik ze het best kan onderscheppen.

Op dat moment besef ik dat dit niet onopgemerkt gaat blijven voor anderen. Ik hoop dat ze mij het nodige respect en ruimte gunnen. IJdele hoop want na een half uur passeert de eerste karpervisser en zoals ik reeds verwachtte lichten zijn stoplichten op.

In een openbare visserij neemt iedereen plaats waar hij of zij dat wil. Maar in deze kwestie vind ik dat een beetje respect wel op zijn plaats is. Sta mij toe te stellen dat ik, van waar hij juist zijn kamp opsloeg, bijna zijn neusharen kan tellen. Wat dan volgt is een robbertje deuren slaan, met zijn kofferbak als hoofdpersonage. Zijn vriend komt aangereden en die herhaalt zowaar het hele gebeuren. De hele dag is het er een aan en af rijden van “vrienden”. Ik kan enkel maar hopen dat door al het rumoer de karpers richting mij worden gestuurd.

Schubkarper van het Kempisch kanaal

Dit lijkt zo te zijn want tegen valavond krijg ik de eerste aanbeet. Mijn hengeltop wordt in het water getrokken met als volgt mijn spoel die begint te tikken. Bij het opnemen van de hengel breekt de lijn. Ik viste zonder voorslag omdat op het andere sluisstuk, waar ik in het voorjaar gevist heb, zeer weinig mosselen aanwezig waren. Op dit sluisstuk dacht ik dit ook even te doen maar hier is de situatie beduidend anders. Hier ligt het weliswaar bezaaid met mosselen. “Eigen schuld, dikke bult” zeggen wij hier in België. Een fout die ik niet meer zoek te maken maar een tweede kans krijg ik deze sessie helaas niet meer.

Een nieuwe kans

Ik laat nog wat voer achter maar bij de eerstvolgende sessie kan ik geen aanbeet meer forceren. Ook de groep karpers kan ik niet meer lokaliseren. Wel heb ik een gevoel dat een deel, in het bijzonder de grote, karpers nog niet gepaaid hebben dus ik ga even een kijkje nemen in de sector waar ik denk deze te verwachten.

Ik zie enkele dikke brasems zwemmen die duidelijk nog “vol” zitten. Hier moet naar mijn gevoel dan ook nog wel een eenzaam scharellende, dikke karper ronddwalen. Na wat rondhangen sta ik plots weer oog in oog met de dikke spiegel die eerder prompt naar mij toe kwam gezwommen. “Okay , Sh*t just got personal!”

De spiegel uit de mooie serie
De spiegel uit de mooie serie

Ik ben nog maar net geïnstalleerd wanneer juist zoals voorgaande sessie weer een wagen komt aangereden. Dit keer zie ik (schuin) tegenover mij zijn stoplichten aan gaan. Hij ziet uiteraard ook wat ik zie maar eerst is eerst. Blijkbaar niet want zijn aangaande stoplichten gaan wederom gepaard met slaande deuren en het bijhorende tafereel vriendjes bellen. Enkele minuten later is het een kermis van aan en af verkeer. Zoals verwacht kan ik, buiten enkele brasems, hier dan ook niets buit maken. Mijn verlangen naar een rustgevende sessie is groot. Karpervissen dient voor mij een avontuur, een strijd te zijn met karpers en niet met andere karpervissers. De zin om hier dit jaar te blijven doorvissen staat op de helling. Ik schraap al mijn moed bij elkaar en begeef me enkele dagen later terug naar het Kempisch kanaal voor mijn volgende geplande sessie.

Omgaan met de drukte

Enkele kilometers fietsen en wandelen leren mij dat 90% van het karperbestand in een bepaalde sector vertoeft. Deze keer zijn de rollen echter omgedraaid. De desbetreffende sector zit vol karpervissers en nu ben ik degene die moet beslissen of ik er tussen ga zitten of niet. Mijn filosofie is ‘leven en laten leven’, behandel anderen zoals je zelf behandelt wilt worden en Vice versa. Ik besluit om mij in een andere sector te installeren, maar het grote deel karpers zit echter elders. Tevergeefs hoop ik dat er in de loop van de dag/nacht wat karpers passeren wanneer deze de drukte willen ontlopen. Een moeite voor niets want ik blank die nacht.

Ik heb nog een nacht voor de boeg en wil echt in die andere sector zien te geraken maar niet ten koste van mijn gemoedsrust. Vorige sessies werd ik telkens ingesloten omdat andere vissers dachten dat ik “op” de vis zat. Ik weet met zekerheid dat 90% van het karperbestand in die bepaalde sector zit, maar ik vermoed dat ik de enige ben met deze informatie in mijn bezit. Ik heb een plan maar dien mijn stoute schoenen aan te trekken. Alhoewel, stoute schoenen ik het niet echt wil noemen. Mensen moeten, vooral op dit kanaal, maar leren om hun eigen pad te bewandelen en zich niet steeds blind willen staren op dat van anderen.

Eenzaam aan de Belgische kanalen

Ik neem al mijn recovery slings en bewaarzakken die ik op dit moment ter mijn beschikking heb en leg deze in het water, gekoppeld met een opvallend kleurrijk touw aan een dikke bankstick. Ook hang ik een recovery sling languit in een boom zodat deze kan “drogen”. Ik neem enkele emmers water en kieper deze over het jaagpad zodat heel mijn omgeving, op deze warme zomerdag, “soaking wet” is. Wanneer dit dreigt op te drogen blijf ik dit herhalen. Ook leg ik mijn onthaakmaat klaar met daarvoor mijn statief om de indruk te wekken dat ik foto’s aan het maken ben (geweest).

Wanneer de eerste “stekkenpezer” passeert hangt hij met zijn neus tegen zijn zijruit om toch maar een glimp op te vangen van mijn slings en bewaarzakken. Daarna gaan de poppen aan het dansen. Binnen “no time” is de sector waar al de karpers bij elkaar zwemmen, en ik wil gaan zitten, helemaal leeg. De drukte rondom mij daarentegen is momenteel laten we zeggen behoorlijk en ik kan nog net dat beetje overgebleven zuurstof inademen. Plannetje geslaagd en ik begin rustig mijn materiaal op te ruimen.

Weg van het Kempisch kanaal

Ik heb momenteel een sector ter mijn beschikking van honderden meters tot wel kilometers Kempisch Kanaal waar ongeveer 90% van het karperbestand bij elkaar zwemt, terwijl elders in een lege pot geroerd wordt. Mijn vermoeden klopt want ik kan die nacht en ochtend een mooie serie neerzetten. Met afwisselend meerval en karper is het soms flink chaotisch, maar ik kan de sessie succesvol en tevreden afsluiten. Misschien nog het aller belangrijkste is dat ik eindelijk terug rust gevonden heb. 

De schub uit de mooie serie
Een schub uit de mooie serie

Terwijl ik huiswaarts aan het rijden ben besef ik dat, als ik deze sessies wil herbeleven, ik het kat en muis spel met de “stekkenpezers” ook ga moeten herhalen. Echter dit soort visserij is niet zo voor mij weggelegd. Begrijp me niet verkeerd, het Kempisch kanaal en de mythe die er rond hangt is helemaal mijn ding. Maar de strijd en de afgunst onderling is niet aan mij besteedt. Het lijkt op dit water wel eerder een misdaad dan een beloning als je hier een karper vangt. Op dat moment verscheen een klein idyllisch Belgisch kanaaltje terug ten tonele. Een kanaal waar ik vorig jaar (2019) voor het eerst gestart ben, maar na een goed voorjaar niet ben blijven doorgaan.

Ik besluit om hier mijn heil te gaan zoeken en net op dat moment roept Provincie gouverneur Kathy Berx een avondklok af in heel de Provincie Antwerpen. Veranderen van water is voor mij telkens een grote aanpassing. Ik ben niet het type dat de avond voor een sessie nog niet weet waar naartoe. Ik wil mij steeds voldoende voorbereiden dus begin onmiddellijk met het welbekende observeren. Mijn Strava app geeft aan dat ik zonet 6 km gewandeld heb.

Eerste sessie op de nieuwe stek

In die zes km heb ik maar op één enkele stek visactiviteit gezien. Dit in de vorm van aasbelletjes die even op het wateroppervlak blijven liggen. Ik vermoed van karper maar kan dit niet met 100 % zekerheid zeggen. Wel is dit het enige aanknopingspunt dat ik op dit moment heb. Bij de volgende observatieronde  enkele dagen later, wandel ik een strook van 8 km af. Op die strook zie ik wederom de enige activiteit op de stek waar ik eerst de aasbelletjes kon waarnemen. Dit keer heb ik wat voer meegebracht en twijfel geen moment om hier wat Coffee Cream en Limited boilies van Efficient Carp Baits achter te laten.

Enkele dagen later staat mijn eerste sessie hier gepland. Het is volop zomer maar de temperaturen vallen zeer goed mee. De laatste weken blijft de temperatuur wat schommelen rond 20 á 22 graden, gepaard met een lichte bries. De sessie staat gepland op een doordeweekse dag dus ik ondervind geen noemenswaardigheden.

Het is een sessie zoals een sessie hoort te zijn. Enkele dagen observeren, een beetje voeren en bij aankomst een vrije stek. Ik werp hier en daar wat met een los lood om zo de bodem wat af te tasten. Wanneer ik een ruw beeld heb gevormd volgt wat heen en weer werpen met mijn FishSpy om zo een meer gedetailleerd beeld te krijgen. Ik vind enkele mooie spots, één aan de overkant tussen twee rietkragen en één in de vaargeul.

Door de stek constant de bombarderen met mijn FishSpy verwacht ik niet zo snel actie. Toch gaat de eerste hengel er enkele uren later al vandoor. De kleine schub geeft alles wat hij kan maar er is niets opmerkelijks wat mij ervan weerhoudt om deze op een rustige manier af te drillen. Een kleine jonge schub is al meteen mijn buit en heb nog een nacht en dag voor de boeg.

Spiegel met lichte en donkere kleuren
De spiegel met lichte en donkere kleuren

De volgende ochtend is het mijn andere hengel die aan het werk moet. Deze komt uit de vaargeul en weet deze ook te gebruiken om enkele stevige slagen uit te delen. In de stralen van de opkomende zon neem ik een prachtige spiegel waar met donker en lichte kleuren. Niet iets wat ik meteen in de zomer verwacht. Het was reeds al heel wat maanden geleden dat ik zo zorgeloos aan het water vertoeft heb. Vrijwel meteen heb ik het gevoel dat ik eindelijk mijn heil gevonden heb. Ik kan rustig mijn ding doen en met volle teugen genieten.

Benieuwd hoe het seizoen van Kevin verder verliep op de kanalen? Check dan volgende week het tweede en afsluitende deel van dit artikel.

 

Advertentie:

 



Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *