De watertemperatuur heeft een zeer grote invloed op de stofwisseling van de karper. Er zijn al vele verschillende theorieën op losgelaten door Jan en alleman. Al die theorieën hebben een paar dingen gemeen en dat vormt dan ook de basis van de relatie tussen karpervangsten en watertemperatuur. In dit artikel bekijken we de invloed van de watertemperatuur op de karper.
Advertentie:
Hoe meet je de watertemperatuur
Veel karpervissers onderschatten het, maar een goede thermometer is een belangrijk onderdeel van je visuitrusting. Je kunt al een simpele (vijver)thermometer voor een paar euro aanschaffen waarmee je een goede inschatting kunt maken voor je aanpak en de hoeveelheid voer die je wilt gaan verspreiden. Daar komen we zo op terug. Eerst is het goed om te weten dat er een temperatuurverschil kan zitten in de verschillende waterlagen. Hoe dieper het water, hoe minder schommelingen er plaatsvinden en hoe stabieler de watertemperatuur daar dus is. Ook kan er een afwijking zitten van een paar graden in de oppervlaktetemperatuur en de bodemtemperatuur, afhankelijk van de diepte. Er zijn goede thermometers te koop van Reuben Heaton die je aan je lijn kunt knopen en kunt werpen. Daarmee kan je dus de watertemperatuur van jouw favoriete stek achterhalen.
De winter, lage temperaturen en minder actieve karpers
Karpervangsten zijn mogelijk tot watertemperaturen van 1 graad. Daarna bevriest het vloeibare goedje en wordt vissen dus onmogelijk. Het vergt wel een flinke aanpassing met betrekking tot de hoeveelheid voer die je gebruikt ten opzichte van de zomertijd. De vis is veel passiever en heeft dus veel minder voedsel nodig om te overleven. Daarnaast beïnvloedt de watertemperatuur de spijsvertering van de vis dusdanig dat er lange tijd niet gegeten hoeft te worden. Kleine beetjes bijvoer of een single hookbait aanpak in de directe nabijheid van de vis is de sleutel tot succes. Voorvoeren is mogelijk, maar hoe kouder het wordt, hoe minder voer je dagelijks te water kunt laten. Een hoeveelheid van 100 tot 300 gram per dag voorvoeren volstaat prima.
Het voorjaar, start voorzichtig
Het is lente, het zonnetje gaat schijnen waardoor de watertemperatuur stijgt en de vis actiever wordt. Vanaf een graad of 8 wordt het interessant, de vis begint dan al meer rond te zwemmen en eet al wat regelmatiger. Het is nog steeds niet gemakkelijk om vis te vangen, maar je mag al weer meer bijvoeren en voorvoeren. Een hoeveelheid van 300 tot 500 gram per dag volstaat gemiddeld prima. Vanaf temperaturen rond de 11 graden wordt het echt een stuk simpeler. Hoeveelheden van 500 tot 750 gram per dag voorvoeren doet wonderen en de vis is echt actief op zoek naar voedsel. Vooral in de ondiepere waterdelen. Tot de watertemperatuur gestegen is tot 17 a 18 graden is de vis zich aan het voorbereiden op de paai, hierdoor wordt er wederom meer gegeten. Rond de 18 graden kan de paai beginnen.
Wees in het voorjaar wel voorzichtig. Het lekkere zonnetje voelt warm aan, maar het opwarmen van het water gaat vaak een stuk trager. Meet daarom de watertemperatuur voor je start met vissen en/of voeren. Dat voorkomt dat je je eigen ruiten ingooit.
Zomer
Na de paai is het al snel zomer. Watertemperaturen tussen de 18 en 23 graden zijn normaal en de karper is zeer actief. Er wordt dan ook normaal gegeten en de spijsvertering werkt optimaal. De karper is dan ook op veel plekken te vangen en propt zich bij tijd en wijle lekker vol. Bij dagelijks voorvoeren kan je 1 tot 2 kg per dag in de plomp gooien zonder problemen.
Watertemperatuur in het najaar
In het najaar neemt de watertemperatuur geleidelijk af. Door deze afname en de daling van het aantal lichturen merken de karpers dat de winter eraan komt. Om zich hierop voor te bereiden gaat het grote schansen beginnen. Zo bouwt de vis de nodige reserves op om de winter door te komen. Bij watertemperaturen tussen de 18 en 12 graden wordt er dan ook volop gegeten. Dagelijks voorvoeren met 1 tot 2,5 kg behoort tot de mogelijkheden. Houd de temperatuur echter wel in de gaten, want vanaf een graad of 11 wordt het echt minder met de voedsel opname en overvoer je de boel al snel.
Stoppen de vangsten plotseling op je langlopende voerstek, ga dan direct terug in de hoeveelheid aas. Heb je een najaarsstekje gevonden waarvan je verwacht dat de vis zeer lang te kunnen vinden, dan is het lonend om door te blijven voeren tot de vangsten echt ophouden met een steeds afnemende hoeveelheid aas. Zo houd je de vis lang actief en kan je als de winter het toelaat misschien wel continu doorvissen.
De watertemperatuur is belangrijk, maar beoordeel iedere situatie afzonderlijk
Let wel op: dit is de basis. Vooral in het voorjaar, de zomer en het najaar kan het echt lonend zijn om veel meer of juist veel minder voor of bij te voeren. Dit is echter ontzettend afhankelijk van de situatie, zoals het visbestand, de hoeveelheid witvis en het overige voedselaanbod. Je zult afhankelijk van deze informatie en afhankelijk van je vangsten, in moeten schatten of het nut heeft en of je andere vissers er niet vreselijk mee in de weg zit.
Advertentie: