Prutsen met de pen (deel 2)

Prutsen met de pen (deel 2)

Tijdens onze gezinsvakantie kan ik af en toe een ochtend met de pen lekker struinen. Er is op het grote bungalowpark een behoorlijke recreatieplas. Helaas zwemmen er geen vissen in, althans geen karpers. Deze zijn er af genet. Er is wel speciaal voor de hengelaars een visvijver(tje). Deze is een tijdje geleden gecreëerd, want het was eerst een wat groter water. In dat andere langere deel kunnen mensen nu boten huren en een lekker stuk roeien. Er zit nu een dijk tussen beide watertjes. Officieel mag er in de roeivijver   niet gevist worden en dat deel van het park is tussen 9  en 21 uur gesloten. Naast het grote parkhek, zit een gat in ’t hekwerk met houten stokken waar ik met een beetje wringen, net doorheen pas…

 

Advertentie:

Nash Tackle  



Het hengelwatertje ligt helemaal ramvol met afgestorven wier. Eerlijk gezegd kun je er amper normaal vissen. Vanaf de 5 steigers kun je nauwelijks je pen laten zakken, zonder dat er daarna een pluk dood wier aan hangt. Aan de overkant is dus het speelpark dat tussen 9 en 21 u gesloten is. Er staan ook overal struiken waardoor je niet bij het water kan komen. Alleen op één plek in de hoek kan ik naar beneden om aan de waterkant te komen. En laat daar nu ook het water aardig vrij zijn van wier. Het plannetje is gesmeed. Ik strooi hier ’s avonds een paar kilo 8 mm pellets en maak een blikje maïs leeg. ’s Morgens heel vroeg trek ik zachtjes de bungalow deur achter me dicht.

Gewapend met de oude (Sportex) D.A.M. hengel, een stoeltje een mat en een tas met aas en materiaal, kruip ik stiekem tussen de stokken door van het hekwerk. Ik voel me best wel een boefje zo. Er fietst bewaking over het terrein dus snel ren ik richting het hoekje van het water. Daar aangekomen wordt ik aangenaam verrast. Het is er één grote vreetorgie onder water. Een zestal bruisplakkaten verschijnen aan het oppervlak. Heel voorzichtig sluip ik naar beneden en zet mijn struinstoeltje er neer. Steek de armen van het landingsnet in elkaar en pruts een maïskorreltje aan een super scherp haakmaatje 8.

Ik vloei heel voorzichtig de pen bij een bruisplakkaat neer en het duurt daadwerkelijk nog geen vijf seconden voordat de pen al wankelend wegwandelt. Ik sla aan en het water explodeert. Een karper vlucht direct het afgestorven wier in. Even zit de boel vast, maar na iets meer druk van de hoepeltje ronde penhengel komt het spul los en kan ik een schubkarpertje kalm uitdrillen. “I love it when a plan comes together.” En zo snel al! Ik ben wel bang dat de boel nu verstoord is en de vissen gevlogen zijn. Ik strooi een paar handen maïs her en der en leg de pen erbij.

Het plasje ligt vol met wier

Het duurt gelukkig niet heel lang voordat ik verderop weer een vretende karper zie. Vele belletjes verraden zijn aanwezigheid. Ik draai de pen binnen en smijt hem in de buurt van het plakkaat. De pen wordt een keer opzij gedrukt, een lijnzwemmer. Mijn hart bonst in mijn keel. Wat is dit toch spannend. De pen hangt een beetje schuin, plots komt ie omhoog en valt plat neer, ik sla aan en weer scheurt de karper er vandoor. Als je niet beter weet, zijn dit heel grote vissen. Toch komt ook na een bizar hard gevecht maar een vrij kleine schub in mijn uitgestoken net gezwommen.

Het is een klein schubje

Ik probeer het trucje nog eens. Nu vang ik een grote giebel en deze vliegt na het aanslaan bijna in de boom boven mij hahaha. Zo kan ik dagelijks telkens een stuk of vijf karpertjes strikken. Na een paar dagen lukt het niet echt meer om een karper te vangen op dat plekje. Conditionering? Of zijn ze gewoon “op”? Overdag als het heel warm is, zie ik ook maar een stuk of 12 vissen in het midden chillen. Het zou dus inderdaad zo maar eens kunnen zijn dat er niet veel meer zwemt.

Hij vloog bijna de boom in!

Het is tijd om te kijken of er op de roeivijver ook karpers zwemmen. Overdag zie ik alleen maar een kleine graskarper aan ’t oppervlak zwemmen. ’s Morgens heel vroeg kruip ik weer door het gat en ren weer als een dief in de nacht richting het water. Ik loop het hengelwatertje voorbij en kom verderop aan bij het slootgedeelte, dat ooit de twee wateren verbond. Er  komen rimpels uit de oever. Is het een eend of koet? Nee, het is warempel een spiegeltje. Hij ligt lekker te happen tussen de waterplanten. Ik haal snel het hagelloodje van de lijn en pruts snel een korstje aan de haak en werp deze bovenop zijn kop… een kolk en weg is de vis. Lekker dan prutser!

Ik wandel dan maar richting de roei vijver. Overdag zag ik niet veel wat leek op karperactiviteit, maar nu zie ik wel degelijk hier en daar wat bellenblazers. Vooraan liggen direct de roeiboten en door in zo’n boot te stappen kom ik dichter bij zo’n bellenplakkaat. Ik knijp het hagelloodje weer tien cm boven de haak en doe er twee zoete maïskorrels aan. Daarna werp ik de pen een heel eind over het plakkaat en draai de pen voorzichtig terug en laat het haakje met de maïs eraan heel vloeiend bij de belletjes afzinken. De pen beweegt zachtjes. Er zit er dus één in de buurt. Nog een keer en dan, zonder waarschuwing schiet hij onder en sla ik aan, meer uit reflex als bewust.

Een fraaie schub, gevangen onder de pen
Een fraaie schub, gevangen onder de pen

De hengel gaat direct tot in het handvat krom en een boeggolf gaat richting een omgevallen boom aan de overkant. Kalm en voorzichtig blok ik door met mijn hand de slip te remmen. Het gaat goed en de karper zeilt naar rechts voor de boom langs. Daarna is de kracht er ook wel vanaf en kan ik een prachtig kleine spiegel in het net dirigeren. Dat ging soepel zeg! Ik onthaak het spiegeltje op de mat en zet het direct terug. Ik heb te weinig spullen mee om mijzelf op de foto te kunnen zetten en het is nog veel te vroeg voor wandelaars. Best spijtig want het zijn stuk voor stuk prachtige vissen.

Verderop strooi ik in de roeivijver een stuk of 5 sneetjes witbrood aan stukjes. Over de hele breedte kan ik het vanaf boven op de oever het geheel overzien. Het duurt niet lang wanneer ik in de buurt van de roeiboten een happende karper aan ’t oppervlak zie. Ik pak de hengel, het net en de tas op en wandel weer terug naar de boten. Het is nu schakelen tussen pen en korst. Dat is lastig want ik moet dan telkens het hagelloodje eraf prutsen. Ik kan de pen ook een stuk hoger op de lijn schuiven en daar het loodje onder doen. Het is een beetje behelpen maar t werkt wél.

Ik doe weer een korstje aan de haak en smijt deze naar de happende karper. Het zijn er zelfs twee! Het duurt dan ook niet lang voordat de korst gepakt wordt. Eerlijk gezegd zag ik het nog eerder aan de pen die achter de vluchtende karper aan gaat, dan het oppakken zelf. Ik sla de hengel naar achter en hij hangt! Dit gaat wel mooi zo. Het is alweer een spiegeltje. Zo vang ik die week om en om karpertjes aan de pen en op de korst. Na een week ben ik het eerlijk gezegd wel een beetje beu. Ik wil wel weer eens een wat gewichtiger exemplaar vangen. Ik zoek op Google Maps naar blauwe vlekken in de buurt van ons bungalowpark. Op ongeveer een kwartier rijden zie ik een aantal blauwe vlekken bij elkaar en besluit daar eens een kijkje te gaan nemen.

Over dit avontuur lees je in mijn volgende verhaal.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *