Meer dan alleen dat balletje (8)

Meer dan alleen dat balletje (8) - Profiler deel 1

In zijn column ‘Meer dan alleen dat balletje‘ vertelt Carli Driessen van MyBoilie over zijn (eigenzinnige) visie op aas. Hij gaat uitgebreid in op de eigenschappen van boilies en de verschillende ingrediënten die hierin verwerkt kunnen worden. Daarnaast legt hij de behoeften van de de karpers uit aan de hand van praktijkvoorbeelden en ervaringen. Als aas je interesseert mag je deze column niet missen! Vorige aflevering gemist? Je leest hem hier.

 

Advertentie:

Nash Tackle  



Profiler deel 1: De Seizoenen

Zoals ik aangaf in deel 7 van ‘Meer dan alleen dat ‘balletje’‘, wil ik de thema’s van de Profiler verder uitwerken, startend bij de seizoenen. Nu is er een hoop te vertellen over de seizoenen, maar dat is niet het doel hier. Velen voor mij hebben dit al uitstekend gedaan, beter dan ik ooit zou kunnen en ik wil niet (te veel) in herhaling vallen. Daarbij vormen de seizoenen, hoe wezenlijk hun effect ook is, maar 1 van de 14 thema’s uit het speelveld van de Profiler. Wat ik eigenlijk wil is onze aandacht ombuigen naar eenvoudige handvatten die de seizoenen geven voor het bouwen en optimaliseren van onze recepten.

Eenvoudige handvatten

Het doel is dus géén uitgebreide exercitie, maar een zo concreet en begrijpelijk mogelijk karakteriseren van de omstandigheden (bekeken vanuit alléén de seizoenen dus) en wat deze voor ons als zelfdraaiers kunnen betekenen. Hiervoor is het noodzakelijk om die elementen op de voorgrond te zetten die hiërarchisch hoog op de ladder staan (belangrijk zijn) en een zekere nuance los te laten, daar gaan we…

Meer dan alleen dat balletje (8) - The Profiler - Seizoenen
Meer dan alleen dat balletje (8) – The Profiler – Seizoenen

In a nutshell’

De basis van deze ‘eenvoud’ vormt zich door een pijl te schieten door de seizoenen als fenomeen en zo diens complexiteit om te buigen naar iets eenvoudigers; iets algemeners in relatie tot ons aas of het aasgedrag van de karper. Dit begint met de analyse van ons viswater (zijn leefomgeving) op basis van drie kernwaarden:

  • hoogte temperatuur
  • hoeveelheid zuurstof
  • soort en hoeveelheid aanwezig voedsel

Vanuit de seizoenen gezien hebben deze drie (mijns inziens) het meest tastbaar invloed op het aasgedrag van de karper. De temperatuur en zuurstof beïnvloeden de mate van aas-activiteit en het aanwezig voedsel (natuurlijk en onnatuurlijk) is van invloed op zijn ambitie om ons aas ook daadwerkelijk te eten (preoccupatie). Daarbij gelden o.a. de volgende wetmatigheden:

  • de aas-activiteit vermindert bij te hoge/lage temperaturen en/of te weinig zuurstof (t.g.v. de spijsvertering)
  • de karper eet wat hij gewend is om te eten (preoccupatie door conditionering/evolutie)
  • aas wordt beoordeeld i.r.t het reeds aanwezig voedsel (op zoek naar balans)
  • daarbij is hij liever lui dan moe en meer of minder kritisch afhankelijk van het aanbod (hoeveelheid & kwaliteit)
  • zelfbehoud maakt de karper bereidt om nieuwe voedselbronnen aan te boren (resulteert in nieuwsgierigheid).

Wat het effect is van het bovenstaande is afhankelijk van de situatie waarin de vis rondzwemt. De kernwaarden wisselen daarbij per seizoen. Zo is er bijvoorbeeld in de zomer meer natuurlijk voedsel dan in de winter… enzovoort. Echter ongeacht deze variabele kunnen we in grote lijnen elke situatie op drie manieren interpreteren:

  • biedt de vis een aanvulling op het voedsel om hem heen (inspelen op behoefte aan balans)
  • sluit aan op het bestaande soort voedsel van de vis, omdat hij dit gewend is (inspelen op preoccupatie)
  • maak aanspraak op die nieuwsgierigheid van de vis (prikkelen m.b.v. geur, kleur, geluid, beweging, enz.)

De manier waarop we deze situaties interpreteren is daarbij arbitrair, m.a.w. aan de visser zelf (!), want de praktijk leert ons dat alle drie de vormen (of mengvormen) positief resultaat kunnen geven. Als laatste geldt (wat ons betreft) dat elke mix gezond moet zijn voor de karper, met als controlemiddel de richtlijnen uit de voedingsleer. M.a.w. als je op basis van de eigenschappen van de grondstoffen een mix hebt samengesteld die inspeelt op een gegeven situatie, is het nodig om de voedingswaarden ervan naast die van de richtlijnen te leggen en het recept (zo nodig) hierop aan te passen.

Welke richtlijnen je hiervoor kunt hanteren is afhankelijk van het seizoen(sdeel) en zal ik hierna benoemen. (Let wel, om die ‘eenvoud’ te behouden richten wij ons hier alleen op de eiwitten, vetten en koolhydraten. Vezels, vitaminen en mineralen blijven cijfermatig buiten beschouwing. De onderbouwing en betekenis ervan valt buiten de scope van deze column, zo ook de wijze van berekenen).

Meer dan alleen dat balletje (8) - The Profiler - Seizoenen

‘Back to business’ (lente)

De lente staat in het teken van de ‘wederopbouw‘… back to business! Plots leven er weer talloze diertjes in en op het water en kruipt de karper uit zijn schulp. De begroeiing volgt snel. Let wel, hij heeft wel tijd nodig om op gang te komen, want hij heeft lang in koud water geleefd. Daarbij is de karper van origine een ‘exoot’ en komt dus sowieso wat later op gang dan sommige zwemgenoten. Maar het feit blijft dat hij op gang moet komen en presteren (paaien!) en dat is precies waar ons aas hem bij kan helpen…

Als gevolg van de eerder genoemde kernwaarden en wetmatigheden ontstaan zo de volgende zienswijzen:

  • De aas-activiteit komt langzaam op gang en is vanwege de wisselende weersomstandigheden ‘grillig’. Ga dus niet direct storten! Geef de vis wat extra vezels of kruiden in je mix om de spijsvertering (op gang) te helpen
  • Maar het is óók de periode waarin het water zijn meest optimale temperatuur bereikt (20-22 graden) voor een vreetfestijn. Sta dus ook open voor veranderingen, want het kan ‘los gaan’. Maar al is bijvoeren op zo’n moment best van meerwaarde, hou ook dan ‘de rem’ erop
  • Al is het geen wet, de opkomst van het natuurlijk voedsel zorgt mogelijk instinctief voor een voorkeur voor dit soort van voedsel(signaal)
  • De karper heeft bij aanvang van de lente hulp nodig om weer ‘fit’ te worden. Wat in de winter verloren gaat moet hij aanvullen en kan dus wat extra energie en bouwstoffen goed gebruiken. Hogere voedingswaarden (eiwitten & vetten) en ‘snelle suikers’ (koolhydraten) zijn welkom
  • Dit geldt óók naarmate de lente vordert en de hoeveelheid natuurlijk voedsel toeneemt en dus de voedingswaarden in je aas zouden kunnen worden gereduceerd. De paai en daarmee de noodzaak voor energie en herstel van lichaamsweefsel (beschadigingen), maakt een rijkere mix geen overbodige luxe
  • Om het lethargisch gedrag aan het begin van de lente te doorbreken kan een extra stimulans helpen. Geef hem een ‘prikkel’ om de nieuwsgierigheid aan te wakkeren m.b.v. een voedsel-trigger, wat beweging op de hair, een opvallende kleur, iets van crunch in je boilie, enzovoort. Deze zienswijzen kunnen functioneren als een soort programma voor je mix. Hoe jij daarbinnen je keuzes maakt, hoe jij het programma interpreteert en omzet in grondstoffen, is aan jezelf.

Nogmaals, meerdere oplossingen leiden tot eenzelfde resultaat. De mix zouden we daarbij toetsen aan de volgende (algemene) richtlijnen: – 20-30% Eiwitten – 20-25% Vetten – 50-55% Koolhydraten

Meer dan alleen dat balletje (8) - The Profiler - Seizoenen

‘Enjoy life’ (zomer)

En dan wordt het zomer… de warme periode waarbij de onderwaterwereld volgroeid raakt. Het karakter van de zomer staat doorgaans in het teken van ‘overvloed‘. Als er sprake is van natuurlijk voedsel, dan is dit de optimale periode. De karper is in de omstandigheid en heeft het vermogen om flink te bunkeren, maar in combinatie met dat het water soms (te) warm wordt en afhankelijk van de situatie zuurstof-arm, toont de karper zich niet zelden ‘onverschillig’. Daarbij is er voedsel genoeg… dus enjoy life!

Voor de ‘wilde karper’ zou dit weleens kunnen opgaan, maar minder voor onze ‘kweekjongens’. Voor een omnivoor is een dieet met alleen dierlijk voedsel (veel eiwitten dus) niet perse optimaal. Rede ook waarom kwekers met koolhydraten bijvoeren. En dit is precies waar ons aas van pas kan komen, namelijk door balans te bieden in het dieet van onze vriend. Als gevolg van de kernwaarden en wetmatigheden ontstaan de volgende zienswijzen:

  • De aas-activiteit ligt in de zomer doorgaans hoog, maar kan door te hoge watertemperaturen (en te weinig zuurstof) temperen. Dit vraagstuk los je doorgaans alleen op met de keuze van locatie (i.r.t. de wind, schaduw, diepte…), niet perse het soort aas
  • Denk hierbij ook even aan de werking van de spronglaag… (valt verder buiten deze beschouwing)
  • De zomer is de tijd van algen, waterplanten en beestjes. Dit maakt de karper mogelijk wat ‘lui’ of ‘kritisch’. Hij heeft onze boilies nu niet echt nodig, tenminste als het gaat om de hoeveelheid voedingswaarden (eiwitten & vetten). Maar het verwerken van dit voedsel, als ook zijn dagelijkse activiteiten kosten energie en dus is het tijd voor de koolhydraten met energie voor de ‘actieve vis’! Een plantaardig additief (suikers) als welkome aanvulling op het voornamelijk dierlijk dieet
  • Prikkel ook de eetlust om hem aan het azen te krijgen, hij is er actief genoeg voor, maar ontbeert wellicht de ‘focus’. Een sterk/geconcentreerd voedselsignaal kan tussen al dat natuurlijk aanbod heel nuttig zijn. Het is met uitstek de tijd om bijvoorbeeld met partikels (koolhydraten-rijk) je stek ‘aan te jagen’.
  • De zomer is wat ons betreft DE tijd om te experimenteren. De karper is in deze periode optimaal in staat om (veel) te eten, anders dan bijvoorbeeld in de winter. Deze zienswijzen kunnen functioneren als een programma voor je mix. Hoe jij daarbinnen je keuzes maakt, hoe jij het programma interpreteert en omzet in grondstoffen, is aan jezelf.

De mix zouden we daarbij toetsen aan de volgende (algemene) richtlijnen: – 15-20% Eiwitten – 15-20% Vetten – 55-65% Koolhydraten

Meer dan alleen dat balletje (8) - The Profiler - Seizoenen

‘Winter is coming’ (herfst)

Met de komst van de herfst start een zeker ‘verval‘. De vis weet dit instinctief. De dagen worden korter, het water kouder en de voorraad natuurlijk voedsel slinkt. De karper moet zich voorbereiden voor de winter en dat is voelbaar. De vis is (zeer) actief en met name zo rond de oktobermaand zien we een piek in de vangsten. Dit is wederom geen wet natuurlijk, maar een breed gedragen mening in diverse publicaties. De vis wordt langzaam meer afhankelijk van ons aas en dat is precies waar wij op in kunnen spelen… Als gevolg van de kernwaarden en wetmatigheden ontstaan de volgende zienswijzen:

  • De vis is in de herfst bereidt om te azen. In onze optiek is deze periode mogelijk het meest productief. De afname van natuurlijk voedsel verhoogd de behoefte aan voldoende eiwitten en vetten
  • Maar houd de (water)temperatuur in de gaten. Naarmate de 10 graden nadert neemt het vermogen van de karper om veel aas op te nemen en te verteren af. Veel voeren wordt dan ongewenst
  • Geef de vis wat hij nodig heeft voor de winter. Een herfstbol mag rijk aan voedingswaarde zijn (eiwitten & vetten)
  • Geef daarbij ook extra vezels of kruiden in je mix om z’n spijsvertering op gang te houden als het water de 10 graden passeert
  • Door de weersveranderingen kunnen de omstandigheden vrij drastisch wijzigen. Het is slim om hier wat in mee te kunnen bewegen. Dit door bijvoorbeeld binnen eenzelfde mix gaandeweg de verhoudingen tussen ingrediënten aan te passen en zo de voedingswaarden als ook de hoeveelheid vezels en/of kruiden voor de spijsvertering op te schroeven
  • Een aanvullend preparaat van vitaminen en mineralen kan in deze periode geen kwaad. Deze zienswijzen kunnen functioneren als een programma voor je mix. Hoe jij daarbinnen je keuzes maakt, hoe jij het programma interpreteert en omzet in grondstoffen, is aan jezelf.

De mix zouden we daarbij toetsen aan de volgende (algemene) richtlijnen: – 20-25% Eiwitten – 15-25% Vetten – 50-55% Koolhydraten

Meer dan alleen dat balletje (8) - The Profiler - Seizoenen

‘Survival of the fittest’ (winter)

Als laatste hebben we de winter die eigenlijk al start wanneer de watertemperatuur onder de 10 graden Celsius daalt. Dan begint het spijsverteringssysteem van de vis echt in kracht af te nemen. Het houd nooit helemaal op natuurlijk, maar zo rond de 7-5 graden Celcius wordt het wel heel magertjes. De vis kan dan dus minder snel eten en dit in een omgeving waar nauwelijks voedsel is. Echter niet veel kunnen eten betekent niet dat de vis niet wil of moet eten. Voor ons is de winter een tijd voor sneeuwpret, maar voor de vis is het een ‘overlevingsvraagstuk‘.

Het interen op reserve- en lichaamsstoffen in combinatie met het ontbreken van natuurlijk voedsel vraagt om compensatie en precies hier kan ons aas van meerwaarde zijn. Als gevolg van de kernwaarden en wetmatigheden ontstaan de volgende zienswijzen:

  • Door de kou is het spijsverteringssysteem van de vis niet in staat om grote hoeveelheden voedsel te verwerken. Ga geen grote hoeveelheden aas voeren dus!
  • Zorg daarbij tevens voor voldoende vezels van zaden, tarwe, zemelen en/of (spicy) kruiden voor een optimale spijsvertering. Ook grondstoffen die zijn voorverteerd of getoast verdienen de voorkeur
  • Maar overdrijf niet, want het eten moet er ook niet als een dolle doorheen vliegen. Opname van voedingsstoffen is belangrijk. De vis kan in de winter de extra bouwstoffen en vitaminen goed gebruiken, ook die kleinere hoeveelheden
  • Geef daarbij tevens wat extra vetten (olie) in je mix. Zij leveren de vis energie en zijn de dragers van o.a. het belangrijke vitamine A
  • Het is ook de tijd voor vloeibare producten (liefst op waterbasis), deze drukken minder zwaar op de darm
  • De aastijden zijn kort en specifiek. Als het lekker wintert (constant koud is) kan je er je horloge op gelijk zetten
  • In de winter zullen we de vis moeten zoeken en verleiden en meer dan in welk seizoen ook die nieuwsgierigheid triggeren; hem uit z’n ‘luie stoel’ halen; die ‘oppakreflex’ stimuleren. Denk wederom aan een voedsel-trigger, wat beweging op de hair, een opvallende kleur, iets van crunch in je boilie, enzovoort
  • Let wel, onderzoek wijst uit dat de vis, óók als het koud is, nog steeds zijn rondjes zwemt en zijn vaste stekken bezoekt, minder frequent wellicht en afhankelijk van het soort water
  • Net als in de zomer kan er ook in de winter sprake zijn van ’thermische stratificatie’. Denk dus ook in de winter aan die ‘spronglaag’… (valt verder buiten deze beschouwing). Wederom functioneren de zienswijzen als een programma voor je mix en is de wijze waarop je daarbinnen je keuze maakt aan jezelf.

De mix zouden we daarbij toetsen aan de volgende (algemene) richtlijnen: – 25-30% Eiwitten – 20-25% Vetten – 45-55% Koolhydraten

Meer dan alleen dat balletje (8) - The Profiler - Seizoenen

‘Be flexible’ (alle seizoenen)

Als laatste doen we een gooi naar een boilie voor alle seizoenen. Deze ‘all-in-one’ maakt het draaien voor velen wat meer overzichtelijk en werkbaar. Maar je begrijpt vanuit het voorgaande dat het gebruik maken van één en dezelfde mix tot concessies leidt. D.w.z. bij sommige seizoensmomenten niet echt aansluit op de omstandigheden. Maar er is een oplossing… Deze begint bij het idee dat de karper onze boilie anders beleefd dan dat wij hem in ons hoofd opbouwen.

Wij vissers denken doorgaans vanuit de grondstoffen waarmee we werken, niet zelden vermengt met een zekere voorliefde of gevoel van vertrouwen, maar de karper kiest uiteindelijk op basis van de voedingsstoffen (macro- en micronutriënten) waaruit deze grondstoffen zijn opgebouwd. Dit samen met het gevoel dat hij heeft bij en overhoud na het nuttigen ervan (smaakbeleving & spijsvertering). Dit suggereert dat het soort van grondstoffen er eigenlijk wat minder toe doet dan de uiteindelijke samenstelling van de voedingsstoffen die geboden worden en dat we op basis daarvan grofweg aan de volgende 3 opgaven moeten voldoen:

  • draag zorg voor een smaakvolle combinatie van grondstoffen (vaste waarde)
  • zorg ongeacht de grondstoffen voor een juiste hoeveelheid nutriënten per seizoen (variabel)
  • zorg voor een goede spijsvertering van de vis per seizoen (variabel).

Voor een all-season boilie moet je er dan dus voor zorgen dat er grondstoffen in je mix zitten waarmee je binnen een vast en smaakvol ‘ensemble’, gemakkelijk kunt spelen met de voedingswaarden en hoeveelheden vezels en/of kruiden. Grondstoffen die een eenduidige functie hebben, zoals zemelen voor meer of minder snelle spijsvertering of eenzelfde karakter dragen maar in voedingswaarde verschillen (tijgernotenmeel & pindameel of LT-vismeel & predigested vismeel). Als je deze vervolgens in verhouding per periode aanpast, is er in feite sprake van één boilierecept waar je tijdens alle seizoenen mee kunt inspelen.

Meer dan alleen dat balletje (8) - The Profiler - Seizoenen

Tot slot over seizoenen en meer…

Ik wil nogmaals benadrukken dat de seizoenen maar 1 deel van de Profiler vormt en dat er dus meer aspecten in onze visserij bestaan die de keuzes omtrent ons aas beïnvloeden. In de volgende column wil ik proberen om de effecten op ons aas te karakteriseren wanneer we praten over de tijdsduur van je sessie. Het scheelt namelijk wanneer je jouw vissen in een korte of lange tijd wilt vangen. De duur van je sessie kan van invloed zijn op de instant-werking en voedingswaarde, maar ook op de hardheid, houdbaarheid…

Lees nu ook deel 2 van ‘The Profiler’ en blik terug op meer afleveringen van ‘meer dan alleen dat balletje‘.

Meer dan alleen dat balletje (8) - The Profiler - Seizoenen
 

Advertentie:

 



Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *