Meer dan alleen dat balletje (15)

Meer dan alleen dat balletje 15 - Hengeldruk

In zijn column ‘Meer dan alleen dat balletje‘ vertelt Carli Driessen van MyBoilie over zijn (eigenzinnige) visie op aas. Hij gaat uitgebreid in op de eigenschappen van boilies en de verschillende ingrediënten die hierin verwerkt kunnen worden. Daarnaast legt hij de behoeften van de de karpers uit aan de hand van praktijkvoorbeelden en ervaringen. Als aas je interesseert mag je deze column niet missen! In deze aflevering staat hengeldruk centraal. Vorige aflevering gemist? Je leest hem hier.

 

Advertentie:

Hareco  



Profiler deel 10:  Wat is het effect van hengeldruk?

Net als de vraag hoe we met ons aas kunnen reageren op de grootte en soort van bestand (Profiler deel 8 & 9), is ook de vraag hoe we om moeten gaan met hengeldruk, en dressuur als gevolg, niet eenvoudig. Het kent een breed speelveld. We zijn al gauw geneigd het woord dressuur te gebruiken wanneer onze vangsten teruglopen en omdat onze ervaringen zo verschillend zijn, gebruiken we het woord als een containerbegrip. Ik denk dus dat we heel selectief moeten zijn in wat we schrijven om een helder antwoord te vinden.

Meer dan alleen dat balletje 15 - Hengeldruk
Lachen en leren met Louis De Funes in “La pescuit”

Vertrekpunt

Dat ‘ongrijpbare’ zit in feite al gevat in het woord zelf. Dressuur suggereert namelijk dat wij de karper iets bewust aanleren; hem dresseren in de zin van africhten, kunstjes doen, gehoorzaamheid afdwingen. Het punt is echter dat wij precies het tegenovergestelde bereiken van wat we willen. Ergens gaat hier iets mis op de lijn. En laat ik hier gelijk aan toevoegen dat niet in alle gevallen van moeilijk vangbare vissen er sprake is van dressuur. Sommige vissen hebben gewoon een eigenzinnig karakter. En niet in alle gevallen leidt grote hengeldruk tot moeilijk vangbare vissen. Dit omdat sommige primaire behoeften, als gevolg van de drie V’s (voedsel, veiligheid en voortbestaan), dit verstoren. Zo… wat is ons vertrekpunt? Wat is de vraag die we moeten stellen? Het is immers de vraag die bepaald of we tot een goed antwoord komen.

Meer dan alleen dat balletje 15 - Hengeldruk
Moeten we alles zo natuurlijk mogelijk houden?

Ervaren en onthouden

Ik denk dat de vraag in ieder geval gebaseerd moet zijn op een zekere hiërarchie. Iets wat bovenaan staat in de boomstructuur van oorzaak en gevolg. Ik heb hiervoor de volgende stelling bedacht:

Dressuur is het gevolg van gebeurtenissen die de karper kan ervaren én onthouden.

Ik geef toe, het is een ‘open deur’, maar het definieert wel een aandachtsgebied waar je je in kunt verdiepen. Het is een onderwerp waar vissers als Ed Cremers tot in detail over schrijven. In zijn boek ‘Karper en de listen’ legt hij uit hoe patronen in het leven van de karper geheugensporen maken en in stand houden. Maar ook hoe veranderingen in gedrag, lichaamsbouw of -functies kunnen ontstaan zonder genen die muteren. Hoe hersenen op basis van ervaringen bestookt worden met waarschuwingsstoffen (Epigenen). Wat de fysiologische kenmerken zijn van de karper waardoor hij zich zo goed kan aanpassen aan veranderende omstandigheden, qua voedsel, temperatuur, hoeveelheid zuurstof, enzovoort. Maar dus ook hoe gedrag ontstaat wat wij dressuur noemen.

Meer dan alleen dat balletje 15 - Hengeldruk
Zou die negatieve impact van ‘geluid maken’ hier echt een rol spelen?

Vier uitgangspunten om met hengeldruk om te gaan

Dressuur voorkomen gaat dus om het reduceren van de prikkels die de karper kan ervaren en onthouden en die op de verkeerde momenten (voor ons althans!) de vis waarschuwen; alarmbellen laat afgaan. En dat is denk ik dan ook de vraag die wij ons zelf moeten stellen:

Hoe reduceren we het aantal alarmbellen?

Ik hanteer hier voor mijzelf vier uitgangspunten, die ik afhankelijk van de situatie in meer of mindere mate honoreer:

  • Niet opvallen
  • Overtuigen
  • Breken (met) patronen
  • Don’t panic!
Meer dan alleen dat balletje 15 - Hengeldruk
Camouflage is het zodanig toepassen van kleur, tekening en vorm dat een normaliter goed zichtbaar object tegen zijn achtergrond verdwijnt of moeilijk(er) wordt herkend.

Niet opvallen

Dit uitgangspunt rolt als het meest vanzelfsprekend uit de pen; zorg ervoor dat de karper jou of jouw visgerei niet ervaart. Dan kunnen er ook geen alarmbellen afgaan. Alles draait hier om het reduceren van (natuur)vreemde:

  • Objecten
  • Geluiden
  • Beelden
  • Bewegingen
  • Geuren
  • Smaken

Dit vraagt met name om inzicht in hoe de karper de wereld om zich heen ervaart. Een onderwerp dat helaas te ver reikt voor één artikel, het zijn deelstudies op zich. Iets wat we voorlopig maar onder het kopje ‘zelfstudie’ schuiven. Vanuit een wat ruimer perspectief is hier de opgave minder complex. Het gaat erom dat je de impact van jouw aanwezigheid of de verandering ten opzichte van datgene waarin de karper zich senang voelt, zoveel mogelijk beperkt, dus:

  • Camoufleer en reduceer je visspullen
  • Ga niet te hard schreeuwen, stampen of hameren
  • Blijf uit het zichtveld van de vis
  • Probeer niet voortdurend te bewegen
  • Week je aas vooraf in hun water (reductie kleur(contrast), aansluiten op PH-waarde)
  • Kies voor aas dat zich voegt in de bestaande context (natuurlijk, beweeglijk, vertrouwt)
  • Zorg ervoor dat je aas gezond is voor de karper en goed smaakt!
Meer dan alleen dat balletje 15 - Hengeldruk
Minder lijndruk helpt altijd om hengeldruk tegen te gaan.

Zoals ik al aangaf is het hier zinvol om te leren wat precies de verschillende instrumenten zijn waarmee de vis zijn wereld ervaart. Dit omdat de karper in sommige eigenschappen zodanig uitblinkt dat het net is alsof we te maken hebben met een intelligent wezen… wat hij niet is:

  • Zo kan een karper over hele lange afstand trillingen voelen, maar afhankelijk van andere geluidsbronnen om hem heen (harde regen, recreanten, verkeerswegen…), de bron ervan niet lokaliseren.
  • Zo kan een karper licht waarnemen dat buiten ons menselijk spectrum valt (ultraviolet en nabij infrarood), maar heeft hij hier niets aan over grote afstanden (‘fish eye’ / soft focus), wanneer het hard waait of het water echt troebel is.
  • Zo ruikt de karper beter dan een speurhond en kan het zijn voedsel op afstand analyseren, maar heeft hij soms ook gewoon honger, waardoor hij ondanks dit instrumentarium genoegen neemt met voedsel dat minder ruikt of smaakt.
  • Zo kan de karper schrikken van ‘nieuw’ voedsel omdat het niet veilig aanvoelt, maar er ook door getriggerd worden vanuit een aangeboren nieuwsgierigheid en behoefte om nieuwe voedselbronnen te vinden.
  • Zo kan een spomb vissen wegjagen (schrikreactie), maar ook vissen aantrekken (voedselsignaal)… enzovoort.

Kortom, rondom elk reëel vermogen van de vis bevinden zich nuances die maken dat uiteindelijk de context bepaald hoe je ermee om moet gaan. Je moet dus niet opvallen, maar vooral ook begrijpen waarom, zodat je jouw situatie op waarde kunt beoordelen.

Snell's Window is het fenomeen waarbij een onderwaterkijker (dus ook de karper) alles boven het oppervlak ziet door een lichtkegel met een breedte van ongeveer 96 graden.
Snell’s Window is het fenomeen waarbij een onderwaterkijker (dus ook de karper) alles boven het oppervlak ziet door een lichtkegel met een breedte van ongeveer 96 graden.

Overtuigen

Maar goed, we willen natuurlijk ook dat de vis ons aas pakt en het liefst heel vaak! Dus naast dat we niet willen opvallen, moeten we de vis ook zien te overtuigen. Een uitgangspunt dat meer inzoomt op de kwaliteit van het aas zelf. In grote lijn geldt hier het volgende:

  • Smaak: Het is de smaak van je aas dat uiteindelijk de doorslag geeft. Als hij je boilies niet lekker vindt, dan heb je gewoon minder kans. Dus kies voor een betrouwbaar (naar ervaring) en helder (vindbaar) voedselsignaal, gemaakt van verse (smakelijke) ingrediënten.
  • Balans: De karper hecht veel waarde aan zijn voortbestaan. Hierdoor zoekt hij voedsel waar hij gezond door blijft; d.w.z. een goede balans kent in macro- en micronutriënten. Dit in relatie tot het reeds aanwezig natuurlijk voedsel in de gegeven situatie.
  • Voeren: Eten doet de karper bij voorkeur op basis van ervaring (= vertrouwen). Dit is HET domein van het (voor)voeren. Gebruik goed voedsel, niet te veel tegelijk en het liefst in een vast patroon (frequentie) en dit net zolang totdat de karper er met vertrouwen van eet (tijd).
  • Triggeren: Hoe slim de karper soms ook oogt, er is altijd een impuls te vinden op basis waarvan we hem kunnen verleiden. In de Profiler deel 2 hebben we alle ‘schuifjes op de equalizer’ behandeld waarmee je de vis kunt bespelen.

Zoals ik al aangaf eet de karper bij voorkeur op basis van ervaring. Een constant, wederkerend, positieve impuls geeft hem vertrouwen. Maar er is ook die noodzaak om nieuwe bronnen aan te boren of zijn dieet als totaal te verbeteren of die aangeboren gemakzucht te bevredigen of die honger te stillen. Dingen die zich vertalen naar nieuwsgierigheid, wat we kunnen uitbuiten door ze even dat duwtje in de rug te geven… overtuigen dus.

De vis triggeren, gebruikmakend van alle schuifjes op de equalizer (Profiler deel 2).
De vis triggeren, gebruikmakend van alle schuifjes op de equalizer (Profiler deel 2).

Breken met patronen

Vooral dat laatste aandachtspunt brengt mij bij iets wat wellicht het meest relevant is wanneer we praten over hengeldruk en dressuur. Namelijk dat de karper zowel een eigen karakter heeft als verbindingen kan leggen tussen oorzaak en gevolg. Samen met het aangeboren instinct zorgt dit voor een conditionering die zich uit in gedrag als schuwheid, voorzichtigheid en alertheid. De karper leert hierbij door associëren op basis van positieve en negatieve gebeurtenissen. Hiervoor geldt echter wel een voorwaarde. Er moet bij deze gebeurtenissen altijd sprake zijn van een zekere maat (afstand en tijd) als ook constant karakter (herkenbaarheid). De karper verliest zijn associatieve vermogens wanneer:

  • Gebeurtenissen te ver uit elkaar liggen (zowel fysiek als in tijd)
  • Het karakter van de gebeurtenis te veel wijzigt (qua herkenbaarheid)

Het tegenovergestelde van patronen, tradities of wederkerende gebeurtenissen is de eenmalige interventie, de uitzondering, het unieke moment. Dus juist niet een herhaling. Daarom is dat ‘anders doen dan anderen’ soms zo waardevol. Niet omdat jouw tactiek dan per se beter werkt of zo, maar omdat het in die specifieke situatie het patroon (dat wat dressuur veroorzaakt) doorbreekt.

  • Dus gooi niet al je boilies op één hoop, maar verspreid ze liever over een groot veld. Daarmee ligt dat wat bedoeld is om de vis positief te stimuleren niet direct naast jouw haak (= negatieve impuls).
  • Geef je stek zo af en toe wat rust. Een continuïteit van (lijn)druk helpt de vis er steeds aan herinneren dat er op jouw stek ‘iets aan de hand is’.
  • Verander af en toe je aanbieding qua kleur, vorm of aassoort of zelfs locatie. Al is het maar weinig. Het kan voor de vis aanleiding zijn om deze nieuwe situatie als ‘volledig anders’ te interpreteren.

Laten we duidelijk zijn, we praten over een vraagstuk dat veel variabelen kent. Vrijwel geen enkele situatie is dezelfde. De bovenstaande principes zijn dat echter wel. Je zult ze alleen moeten afstemmen op jouw omstandigheid, zodat je (met) de patronen die in de weg zitten weet te breken.

Meer dan alleen dat balletje 15 - Hengeldruk
Onderwaterbeelden tonen aan dat zelfs kleine wijzigingen kunnen helpen om hengeldruk tegen te gaan.

Don’t panic!

En dan is er dit… Het is buitengewoon zinvol om soms even een stapje terug te nemen uit die druk van ‘vis moeten vangen’. Aangejaagd door alle succesverhalen zijn we zo gefocust op ‘voedselnijd met brandende molens’, als je begrijpt wat ik bedoel. Niet alleen het gedrag van onze gevinde vriend veroorzaakt dressuur, ook ons eigen gedrag speelt een rol… of liever gezegd ons verwachtingspatroon. In Engeland, op de zogeheten dayticket wateren, hanteren vissers een andere houding. Op veel van deze wateren bestaat een permanente hengeldruk en is het meer gebruikelijk om van vangst naar vangst te leven. Van vis naar vis dus, met steeds opnieuw die ene opgave. Het leidt (mogelijk) tot een andere mindset als ook strategie. Iets om jezelf eens voor te houden als het niet zo lukt.

  • Voer eens wat minder of gewoon helemaal niet (single hook)
  • Verander wat vaker van positie of locatie (ook op dezelfde spot en in hoogte)
  • Of geef je haakaas, als de hengels zwijgen, gewoon eens een paar dagen de tijd

Daarbij is die ‘paniek’ die soms ontstaat, omdat het niet snel genoeg wil lukken, gewoon nooit vruchtbaar. Het is beter om dan qua mindset over te schakelen op die enkele vangst. Wetende dat hoe dan ook de vis altijd moet blijven eten en altijd behoefte heeft aan goed voedsel. Dus val niet te veel op, zoek dat wat de vis overtuigd, breek (met) patronen en don’t panic!

De reiger... geduldig en bewegingsloos vangt hij zijn visjes
De reiger… geduldig en bewegingsloos vangt hij zijn visjes

Wat is je doelstelling?

Dit zijn mijn bespiegelingen over het effect van hengeldruk op ons aas. We gaan verder met deel 11 van de Profiler. Daar staat de vraag centraal: Wat is je doelstelling? Een interessant onderwerp omdat het naar verhouding zo’n groot effect heeft op hoe wij onze hobby beleven. Hoe wij resultaten beoordelen, er wel of niet van genieten. En zoals ik al eerder omschreven heb (deel 5 van ‘Meer dan alleen dat balletje’), kunnen specifieke ambities effect hebben op de ingrediënten die wij kiezen.

 

Advertentie:

 



2 reacties op “Meer dan alleen dat balletje (15)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *