Meer dan alleen dat balletje (17)

Profiler deel 13: wat is je budget?

In zijn column ‘Meer dan alleen dat balletje‘ vertelt Carli Driessen van MyBoilie over zijn (eigenzinnige) visie op aas. Hij gaat uitgebreid in op de eigenschappen van boilies en de verschillende ingrediënten die hierin verwerkt kunnen worden. Daarnaast legt hij de behoeften van de de karpers uit aan de hand van praktijkvoorbeelden en ervaringen. Als aas je interesseert mag je deze column niet missen! In deze aflevering staat je budget centraal. Dit is immers een belangrijk aspect bij iedere aanpak en visserij. Vorige aflevering gemist? Je leest hem hier.

 

Advertentie:

EBBM | dé webshop voor elektrische buitenboordmotoren  



Profiler deel 13: Wat is je budget?

Laten we beginnen met het feit dat die hobby van ons nou niet echt een goedkope hobby is. Ik denk dat als je weinig geld wilt uitgeven, je beter kunt gaan dammen. Het is indrukwekkend wat we allemaal met ons meeslepen. En het meeste is flink aan de prijs. Ik bedoel, ruim vijf euro voor wat plastic kickers?! Maar goed, veel van wat we verzamelen beschouwen we als onmisbaar. Aangejaagd door een voortdurend opschuiven van die grens tot waar we gaan om de vis te vangen. Vroeger wierpen we vanaf het kantje, met de werphengel, vandaar die naam. Nu ‘werpen’ we middels een rubberboot, met elektromotor, lithium batterij, fishfinder, dieptemeter, Go-Pro op het hoofd en drone in de lucht. Ok, die laatste hebben de meeste nog niet, maar toch… en dan plaats je alleen nog maar je rig.

Budget; een bijboot voor je boot...
Een bijboot voor je boot…

Je beperkt voelen

Bij het aasgebruik zie je eenzelfde groei. Onder druk van monstersessies, mooi uitgelicht in de media, praten we over het houden van voercampagnes, leggen van boilievelden en storten van aas. Je stek voor lange tijd voorvoeren is een begrip in deze tijd. Ik doe het zelf nooit, maar ik zie wel het nut ervan. Het punt is alleen dat niet iedereen zich zoiets kan veroorloven. Niet iedereen kan zomaar (periodiek) voor honderden, soms duizenden euro’s voer strooien. En op die momenten waarin je jezelf beperkt voelt, kan budget een issue zijn. Vandaar dat de vraag deel uitmaakt van de reeks aan afwegingen binnen de Profiler.

Een berg voer voor een weekje vissen!
Een berg voer voor een weekje vissen!

Keuzes maken

Om dat begrip ‘budget’ en de mogelijke beperking die er vanuit gaat een richting te geven, wil ik hier een historisch figuur op de voorgrond plaatsen: Johann Wolfgang Goethe. Het is een Duitse wetenschapper, toneelschrijver, romanschrijver, filosoof, dichter en natuuronderzoeker. Hij heeft een hoop bijzonders geproduceerd, waaronder dit citaat:

In der beschränkung zeigt sich erst der Meister. – Johann Wolfgang Goethe

De vertaling is dat in de beperking zich de meester toont. Het citaat verwijst naar het eeuwenoude opleidingstraject van de meester met zijn gezellen (vakgenoten) in een gilde (beroepsvereniging). Goethe gebruikt daarbij expres het woord ‘in’ en niet het woord ‘durch’. De meester toont dus niet door een beperking dat hij een vakman is, maar laat zien waartoe hij in staat is binnen in een beperking. Een beperking die hij zichzelf overigens bewust oplegt. De gedachte hierachter is als volgt:

Hij of zij die alles wil kunnen, zal overal maar een beetje aandacht aan kunnen besteden en dus nergens echt een meester in worden.

Goethe wijst dus op het feit dat mensen er goed aan doen om in hun leven keuzes te maken. In het geval van bijvoorbeeld een opleiding de keuze voor één bepaald beroep en daarmee tevens de keuze om andere beroepen niet te doen. Door je te beperken wordt het makkelijker om ergens heel goed in te worden. Het is een oproep om je niet op alles tegelijk te focussen, maar je te specialiseren en een meester te worden. De analogie met dat budget en ons aasgebruik is dat je dat denken vanuit het budget dus niet moet opvatten als een beperking die automatisch leidt tot een mindere prestatie. Een beperkt budget is net zo goed een aanleiding om een keuze te maken voor een specifieke aanpak of zienswijze, waarbinnen je optimaal kunt leren presteren om een meester te worden. Samengevat: met het wegvallen van bepaalde mogelijkheden ontstaat ruimte voor specialismen.

Een apel voor inventiviteit en vakmanschap.
Een apel voor inventiviteit en vakmanschap.

De vraag is alleen welk ‘specialisme’? Iedereen bepaald dit uiteindelijk voor zichzelf, afhankelijk van de situatie waarin je vist, de ambities die je hebt of de overtuigingen die je met je meedraagt. Daar kan ik niet echt iets aan bijdragen… te veel variabelen. Wat ik wel kan doen is je vertellen over de ‘specialismen’ die ik zelf zie, zodat je ze desgewenst kunt toe-eigenen. Dit om (o.a.) die kosten in toom te houden. Het zijn er vier:

1. Je gezond verstand gebruiken

Het eerste ‘specialisme’ staat een beetje op zichzelf en is de meest simpele. Het richt zich op een bewust omgaan met elke opgave die je jezelf stelt. Dit om dat beeld van ‘goedkoper is minder’ om te buigen naar ‘logisch denken en niet meer doen dan nodig’. Het is de stap naar gezond verstand. Niet echt bijzonder en vol met open deuren, maar hier valt wel wat te winnen.

Ik sleep bijvoorbeeld al jaren een berg aan onderlijnen met mij mee waarvan ik meer dan de helft letterlijk nooit gebruik. Iets wat geldt voor wel meer van mijn endtackle. Als ik echt alléén datgene zou meenemen wat ik gebruik, heb ik waarschijnlijk voldoende aan één tupperware bakkie! Het meeste dat ik meesjouw is om te anticiperen op omstandigheden die er niet zijn, maar eventueel wel zouden kunnen ontstaan. Het is een soort verzekering. Hier iets veranderen vraagt om een helder definiëren van wat er gaat gebeuren zodat je niets aan het toeval overlaat en je jezelf ook niet hoeft te verzekeren. Kortom, wees een man met een plan! 

  • Leer zoveel mogelijk over het water waar je gaat vissen. Kennis is de basis voor een goed plan
  • Als je geen grote voerstek kunt aanleggen en onderhouden, investeer dan in het zoeken van de vis
  • Werk altijd met vers aas, zodat hoe eenvoudig de formule ook is het in ieder geval optimaal werkt
  • Stem je aas af op dat waarvoor je het gebruikt. Soms is dan alleen een ‘kleurtje met geurtje’ genoeg
  • Werk met kleine deeltjes. Het vergroot het (wasem-)oppervlak en de tijd waarin de vis moet zoeken
  • Gebruik (of maak) aas dat je weer naar huis kunt nemen en later opnieuw kunt gebruiken
  • Draai en kook zelf. Je reduceert hiermee een deel van de kosten die ‘de handel’ vraagt
  • Koop groot in, want bulkprijzen leveren een voordeel (zorg wel voor een plan, opslag en koeling)
Voor mijn snowman wil ik vaak niet meer dan alleen drijfvermogen, kleur en wat geur. Super
simpel zelf te maken en lekker goedkoop met wat pop-up mix, kleurstof en een favoriete flavour(combi).
Voor mijn snowman wil ik vaak niet meer dan alleen drijfvermogen, kleur en wat geur. Super simpel zelf te maken en lekker goedkoop met wat pop-up mix, kleurstof en een favoriete flavour(combi).

2. Werken vanuit de 80/20 regel

Mijn tweede ‘specialisme’ richt zich op die 80/20 regel die ik in deel 2  van ‘Meer dan alleen dat balletje’ omschrijf. Het is een soort natuurwet die in veel van wat er om ons heen gebeurt aanwezig is. Het toont dat slechts een klein deel van onze inzet (20%) kan leiden tot een groot deel van het resultaat (80%). Wanneer je dus efficiënt en kostenbewust wilt handelen moet je je richten op die 20% die het eindresultaat het meest beïnvloedt. Het legitimeert de gedachte dat het beter is om je bezig te houden met enkele elementaire zaken van je visserij, dan je te verliezen in die zoektocht naar perfectie.

  • Val terug op je basis. Dit is de wereld van de hele eenvoudige mixen, zonder dure toevoegingen en triggers. Wetende dat de karper grondstoffen als tarwe, mais, soja, boekweit, hennep, enzovoort ook zonder poespas waardeert. Het zijn betaalbare producten. En een boilie van alleen tarwe-, soya- en maismeel, gedraaid met verse eieren en wat poedersuiker, zout en peper, doet het verassend goed.
  • Kies voor één betrouwbaar signaal. Dit bijvoorbeeld uit de wereld van de partikels. Makkelijk als bulk te koop en relatief goedkoop. Zeker als je ze zelf bereidt. Denk aan zoete (kippen)mais, tarwekorrels, hennepzaden, boekweit, rijst, tijgernoten, enzovoort. Gekookt met chilipoeder, honing of een goeie bouillon is dat prima voer. Of je combineert een eenvoudige en goedkope basis van tarwe-, gries- en maismeel met één enkele, goede vismeel. Dit bijvoorbeeld allemaal in gelijke delen. Wat zout en peper(s) toevoegen, misschien nog iets van ve-tsin en/of visolie en draaien met verse eieren. Doe ook gewoon de fijn gecrushte eierschalen erbij.
  • Leen producten uit een andere wereld. Zoals die van je eigen keuken (havermout, beschuit(meel), (oud) brood, koffiemelk, custard, honing, bouillons). Of die van de diervoeders (legkorrels (kip), paardenbiks, hondenbrokken, duivenvoer, koipellets). Of toko (belachan, ve-tsin, vis-sauzen, diverse kruiden en pepers).

Met het bovenstaande heb je misschien niet altijd die 100% als het gaat om ‘perfect aas’, maar wel die 80 en dat voor minder budget.

budget: Grondvoer van goedkope rijst met tijgernoten (gekookt in visbouillon + shellfish flavour).
Grondvoer van goedkope rijst met tijgernoten (gekookt in visbouillon + shellfish flavour).

3. Maar één recept per jaar

Een derde ‘specialisme’ richt zich op een strategie die meerdere vissers al omarmen en niet alleen vanwege dat budget. Er valt best wat te winnen met het vissen met maar één soort van recept per jaar. Zo kan je beter…:

  • je grondstoffen in bulk inkopen (geld-winst),
  • het draaiproces optimaliseren (tijd-winst),
  • de werking van je recept testen (kennis-winst),
  • je recept tweaken (kwaliteit-winst),
  • bouwen aan vertrouwen en rust in het hoofd (mentale-winst).

Met een all-season aas negeer je in sommige situaties wellicht nuances als gevolg van de seizoenen, het soort bestand, de voedselrijkheid, hengeldruk en dergelijke, maar met wat we net gelezen hebben, over die 80/20 regel, is dat slechts een relatief probleem. Daarbij kan je binnen één recept verschillende grondstoffen opnemen waarmee je op basis van verhoudingen toch kunt inspelen op die nuances:

  • Binnen het karakter van je boilie. Door in een notenmix te kiezen uit een combinatie van pindameel, amandelmeel, tijgernotenmeel, koekjesmeel en/of kokos. Of binnen een vismeel recept uit een combinatie van predigested- en LT vismeel met een tonijn-, haring-, sardine- en/of zalmmeel.
  • Binnen de basis van je boilie. Door je basismix op te bouwen uit een mengsel waarmee je invloed kunt uitoefenen op bijvoorbeeld de voedingswaarden, wasemkracht, binding en harding. Dit door te kiezen uit een combinatie van een tarwe-, mais-, gries-, soja-, aardappel- en/of boekweitmeel, eventueel aangevuld met eiwit- of melkproducten als melkpoeder, caseïne en vitamealo.
Een prima start voor de ontwikkeling van een all-season recept. Door te variëren met de
verhoudingen in ingrediënten kan je inspelen op omstandigheden binnen jouw visserij.
Een prima start voor de ontwikkeling van een all-season recept. Door te variëren met de verhoudingen in ingrediënten kan je inspelen op omstandigheden binnen jouw visserij.

4. Je boilie als voertuig zien

Het vierde en laatste ‘specialisme’ heb ik eerlijk gezegd pas recent op mijn netvlies. Deze komt voort uit de overtuiging dat primair de smaak van je aas het belangrijkste is om de vis mee te vangen. Vanuit deze gedachte hoeft de kracht van je boilie niet perse voort te komen uit de gehele mix waarmee je hem bouwt. Iets waarover ik al geschreven heb in deel 11 + 12 van de Profiler.

Het idee is dat je de boilie kunt zien als een voertuig van een compositie van smaakstoffen die je de karper graag onder de neus wil schuiven. De bulk van je recept wordt hiervoor ingericht als een soort ‘leeg canvas’. Dat wil zeggen, een smaakneutrale mix die vooral goed draait en voldoende voedingswaarde biedt. Iets dat aansluit op die ‘basis van de boilie’ uit het voorgaande ‘specialisme’. Je bulk is daarmee vriendelijk qua budget. De benodigde hoeveelheid toe te voegen smaakstoffen is variabel. Naar ervaring van vissers die hier meer verstand van hebben dan ik beweegt zich dit ergens tussen de 5% – 15% van je totale mix.

Hoe je dit ook bekijkt, je kunt je voorstellen dat deze zienswijze kan leiden tot interessante oplossingen en niet alleen qua budget. Het aanvullen van een smaakneutraal recept met een uitgekiende melange van smaakstoffen (grondstoffen, liquids, flavours, extracten, triggers… enzovoort) nodigt uit tot experimenteren. Ik moet hierbij steeds denken aan de wijze waarop wij die aardappel weten om te bouwen naar ‘de koning’ van onze snacks… dit met alleen wat frituren, grof zout en een goeie mayonaise. Iets om over na te denken… niet?!

Friet betekent gewoon ‘gefrituurde aardappel’ hè… 😉
Friet betekent gewoon ‘gefrituurde aardappel’ hè… 😉

In balans

Nu ben ik er zelf van overtuigd dat je smaak altijd in relatie moet zien tot die voedingswaarde. Of misschien is hier het woord voedingskwaliteit meer op z’n plaats. Dit omdat de kwaliteit van voedsel in sommige situaties verder reikt dan alleen die hoeveelheid macro- en micronutriënten. De kwaliteit wordt ook bepaald in relatie tot de visser zelf (ambitie) of het aanwezig natuurlijk voedsel of de duur van een sessie, enzovoort. Maar goed, voer met veel te weinig voedingswaarde, hoe smaakvol ook, zal op den duur minder gegeten worden. De vis moet gezond blijven en dat beseft hij als geen ander. Maar andersom geldt hetzelfde. Als het voer gezond is, maar niet te vreten, dan laat hij ook liggen.

Optimaal aas vraagt dus om het vinden van de juiste balans. En in grote lijn kan je hier vanuit meerdere ‘specialismen’ naartoe werken. Vanuit het oogpunt van budget en het maken van keuzes zijn alle vier ‘specialismen’ interessant. Die laatste echter zet een vraag voorop die mij persoonlijk het meest raakt, namelijk wat de vis lekker vindt. Het vraagt om een zoektocht naar interessante smaaksoorten en triggers en wellicht iets om op te pakken na de Profiler-reeks.

Een eenvoudige basis met wat zaden (crunch), chilivlokken (prikkel) en grof zeezout… heerlijk
voorzien van een dikke liquid krill en brocacel (gist). Later wat water bij gedaan en in laten trekken.
Een eenvoudige basis met wat zaden (crunch), chilivlokken (prikkel) en grof zeezout… heerlijk voorzien van een dikke liquid krill en brocacel (gist). Later wat water bij gedaan en in laten trekken.

Natuurlijk zijn er meer mogelijkheden om eigen keuzes te maken en budget te reduceren. Ik heb geenszins de pretentie om compleet te zijn. Het gaat mij meer om het overbrengen van een intentie en mensen aanzetten tot denken. Het vormen en uitvoeren van ideeën is aan jezelf. Je moet vooral je eigen ding doen, een belangrijke grondslag voor de Big Five waar ik ooit deze schrijfsels mee begon (deel 1 van ‘Meer dan alleen dat balletje’).

———————————————————————————————————————————

Dit zijn mijn bespiegelingen over het effect van je budget. Ik ga hierna verder met waarschijnlijk het laatste deel van de Profiler: deel 14. Het idee is om out of the box te stappen, op zoek naar nieuwe landschappen vol informatie. De wereld van de kwekers, witvissers, wedstrijden, enzovoort. Maar eens kijken wat het oplevert.

 

Advertentie:

 



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *