Karen en ik zakken af naar het Fishing resort Du Der dat op een steenworp gelegen is van het imposante Lac du Der. We kunnen zeggen dat het resort ons nauw aan het hart ligt. Dit komt door de goede band die we door de jaren heen opgebouwd hebben met de eigenaar, alsook met het kliekje vaste vissers dat er ontstaan is. Vissers waar je keer op keer een biertje mee kan drinken is iets wat tegenwoordig zeldzaam geworden is. Maar goed, het complex bevat vier wateren die stuk voor stuk dikke vissen herbergen. Ik heb ze allemaal meerdere malen bevist, maar er zijn en blijven altijd wel een paar targets die de dans ontspringen en die al een tijd op mijn lijstje staan. Zo is Penn Lake één van de wateren waar er nog een paar vissen zwemmen die voor mijn optisch oog geposeerd moeten hebben…
Sinds we er een memorabele sessie visten in november 2017, waarin ik vier units ving in drie koude nachtjes, bleef die sessie in mijn hoofd hangen. Toen ving ik op een donkere mistroostige ochtend de grootste schub van het water op een topgewicht van 26,7 kilo.
Een tijd na de vangst werd hij gedoopt tot “Gouwe Gerry“. Altijd plezant als er een vis zwemt die naar jou genoemd is. Ik hou er niet zo van om een vis te dubbelen. Maar voor deze brute beer wou ik een uitzondering maken. Het doel was om deze vis terug te vangen boven de 30 kilo grens, in dezelfde week als in het jaar 2017. Met de kennis die ik toen opdeed ging ik afgelopen november aan de slag. Locatie, het juiste aas, aasperiodes, vanaf welke stek. Het plan van aanpak was klaar voor uitvoering.
Op jacht naar Gouwe Gerry
Bij aankomst zit er een visser op de stek naast mijn geboekte stek. De overige twee stekken op het water zijn vrij. Dus even alles afwegen en een beslissing pakken i.v.m. waar ik uitpakken ga. Omdat het nooit slim is om met twee vissers vanaf dezelfde kant druk te zetten, en wetende dat de visser die er zit morgen naar huis gaat, besluit ik snel om van mijn geboekte stek af te wijken. Ik kies ervoor om aan de overkant op één van de twee vrije stekken plaats te nemen voor een nachtje. Het verkassen binnen 24 uur ligt in mijn hoofd al vast, maar dat weet mijn vrouwtje op dat moment nog niet. Ook even houden zo. Dat brengen we morgen wel rustig over.
Het plan is om vanaf deze zijde van het water wat verder te vissen dan ik normaal zou doen. Met de gedachte de druk wat op te voeren langs deze kant, in de hoop dat de vis aan de overkant in de sector van mijn geboekte stek blijft hangen. De man aan de overkant vist de kop van het eiland aan en houdt daar ook de deur toe. Dus ik ga er vanuit dat de keuze goed is en de vis in de juiste hoek blijft. Althans de dikke vissen. Want het doel van deze sessie is nog steeds minimum één van de mastodonten wat dit water rijk is te prikken.
Het diepste punt van het water ligt tussen mijn eerst geboekte stek en de visser erlangs in. Dit is ook de plek waar ik Gouwe Gerry ving in 2017, dus waar ik dan ook vanaf morgen mijn pijlen op wil richten.
De kans is klein, maar dan…
Het is hondenweer. Na een serie van hevige buien klaart het op en komt mijn overbuurman met een paar biertjes een praatje maken. Het is een vriendelijke kerel. Hij vertelt me dat het de eerste keer voor hem is op dit water en hij vraagt me wat info. Hoe goed, of juist hoe stom, ik dan weer ben en hem zeg dat daar het diepe punt is rechts van zijn stek. Ik krijg gelijk al spijt dat ik misschien net iets teveel info gedeeld heb. Maar hey, ik denk in mijn eigen, de kans dat hij mijn naamgenoot vangt is erg klein. Iets na 20 uur in de avond zie ik de lichten van zijn auto aan gaan waarna hij richting onze stek gereden komt. Shit zeg ik tegen Karen, het is van dat! Hij heeft hem. Zeker weten.
Hij komt toe, stapt uit en vertelt me dat hij een schub gevangen heeft op 28,9 kilo. Niet de 30 kilo waar ik vanuit ging maar er zwemt geen andere schub die aan dit gewicht kan komen. Dus het moet hem zijn. Hij vraagt me of ik wil meegaan om foto’s te nemen. Waar ik uiteraard geen probleem mee heb. Als we op zijn stek toekomen halen we de sling met alle voorzichtigheid uit het water en leggen hem op de met ruim van water voorziene mat. De rits moet niet ver opengaan vooraleer ik mijn gevinde patser herken. Deze vis is zo mooi, zo puur, dat je er stil van wordt. Na de vis vier jaar niet meer in levende lijve gezien te hebben geeft het me een geruststellend gevoel dat hij er nog steeds ongeschonden uitziet, alsook goed in zijn prachtig schubbenkleed zit.
Over op plan B!
Ik zal mijn doel om hem dit jaar op dertig kilo te vangen moeten opbergen en me focussen op nog een trio units die ook hoog op mijn targetlijst staan. Genaamd “Herps”, “Tinkerbel” en “de Rijen”. De dag nadien gaat de buurman naar huis waarna er meteen verkast wordt. Geen tijd te verliezen. Ik heb nog vier nachten om één van de targets te vangen. Terwijl we alle zooi omhuizen zegt mijn gevoel dat we moeten vissen vanaf de stek waar de schub gevangen werd en niet vanaf mijn geboekte stek. Omwille van het feit dat ik daar korter op de vis zit en zo minder lijn in het water heb, alsook minder verstoring teweeg breng. We gaan ervoor! Het vertrouwen is torenhoog en de lijnen worden strategisch opgesteld.
Eén hengel wordt tegen het eiland met slappe lijn gevist, wat weinig verstoring teweeg brengt. Uit ervaring weet ik dat daar een zwemroute is en ik zo ook daar vis kan onderscheppen. De tweede hengel wordt gedropt op het voor mij bekende diepe punt (je weet maar nooit wat er nog van vis ligt). De derde hengel gaat een heel eind naar rechts, net voor mijn eerst geboekte stek in het kantje. Hier heb ik gisteren vanop de vorige stek een rollende vis gespot. Ik was er in de nacht na het zien van de vis als een dief in het donker al wat verkruimelde bolletjes gaan strooien. De wind staat er al 3 dagen op te beuken dus daar moet wel een vis te verleiden zijn.
Bingo!
Nu aperitieven en dan lekker eten voor de kachel. Laat gaat het vandaag niet worden na het hele verkaswerk. Na een onstuimige nacht is het bij eerste licht bingo. De hengel tegen het eiland komt tot leven. Een paar piepjes is voor mij genoeg om in actie te schieten. Een slome, logge gewichtige dril. Dit is geen kleine. Je kan al goed aan de vis voelen dat het water flink afgekoeld is. De echte power verdwijnt al langzaam uit de vissen. Na tien minuten wordt het net onder een lekker van najaarsvet voorziene spiegel geschoven. We weten beide dat dit een echte bak is. Sling eronder, de borstvinnen vlak tegen de vis leggen en tillen maar. Eens op de mat zie ik dat het Herps is! Eén van mijn targets.
De weegschaal klokt af op een topgewicht van 30,2 kilo. Je kan een sessie slechter starten met een licht aangescherpt pb! Na een paar foto’s in het water laten we deze joekel zwemmen om van een welverdiende winterrust van 18 weken te genieten.
Het is nog vroeg, maar in alle euforie kunnen we het niet laten om te klinken op het nieuwe pb. Ik bel wat makkers die op hete kolen zitten na het zien van een sneakpeak van deze vis. Nadat alles wat gekalmeerd is, wordt de hengel weer spot on gelegd waarna het tijd is voor het ontbijt. Zonder Champagne, want die hebben we al gehad.
Nu de sessie niet meer stuk kan en ik even op een roze wolk leef, hou ik me door de dag wat bezig met de nu zo mooie kleuren van de natuur op beeld vast te leggen.
Genieten van de sfeer en de natuur rondom Penn lake
Als visser zijn we er ook om van de natuur te genieten, tot rust te komen met onszelf, alles even achter ons te laten om enkel met onze pure passie bezig te zijn. Maar echt lang duurt het niet vooraleer de vredige stilte wordt omgezet naar een rush van adrenaline. Het is de kanthengel op mijn nachtelijk aangevoerd plekje die de stilte doorbreekt. De dril is iets heviger. Dit is een schub, Ik voel het. Bruut geweld doet de hengel plooien tot in het handvat. Heerlijk!
Verder verloopt de dag rustig en stil. De diepe stek heeft tot nu toe nog niks gemeld. Ik laat alles lekker rusten, kwestie van geen verstoring in het water te brengen. Deze 24 uur lopen stilletjes aan weer op hun eind. De avond valt, de stoof ontvlamt, de soep en de patatten worden bereid om sterk te staan voor wat (hopelijk) nog komen gaat. Even een degustiefje na het eten kan geen kwaad. We moeten de vertering toch wat helpen voor we de slaapzak in kruipen.
Ik ben een piekeraar. Altijd maalt het in mijn bovenkamer. Voor ik in slaap val overloop ik nog even de kansen. Wetende dat de andere wateren niet meer echt produceren, slaat de angst lichtjes toe dat het ook hier mede door de dalende temperatuur wel eens over en uit zou kunnen zijn. Maar goed, het licht gaat uit, de ogen gaan dicht. Ik laat het rusten. We zien wel wat de laatste 3 dagen nog brengen.
Opnieuw een target!
Vroeg in de ochtend bij eerste licht zit ik al over het water te staren op zoek naar teken van leven. Stil, het is doodstil. Tijdens de vorige dagen was de ochtend productief. Maar aasperiodes kunnen veranderen. Ik leef op hoop die me alert houdt. Het is dag 4, de sessie vordert snel. Er mag toch wel weer wat gaan gebeuren. Ik ben ervan overtuigd dat ik goed aan het vissen ben en niks moet aanpassen of van stek moet wisselen. Rond 15 u in de namiddag komt er eindelijk schot in de zaak! De slap geviste hengel tegen het eiland begint wat vreemd te doen. De lijn loopt langzaam strak maar stopt dan ook weer. Een paar korte wipjes op de hengeltop zeggen voor mij genoeg. De vis wil zich van de haak ontdoen maar daar steek ik lekker een stokje voor.
De hengel verlaat de oortjes van de ATT en gaat richting horizon. Zou het nog één van de targets zijn waar ik voor hier ben? Voor de vis geschept wordt, zie ik al dat het de rijen is waar ik al een paar jaar achter aan het jagen ben. Je zou voor minder euforisch worden als je tweede target op de mat ligt in dezelfde sessie!
Deze vis heeft zijn vetreserve voor de winter die in aantocht is al goed opgebouwd en passeert net de 20 kilo grens. Ook deze parel zal thuis zijn weg vinden naar mijn wall of victories. Wat kan ik nog meer wensen? Mijn vierde target in deze sessie? Of is dat teveel gevraagd? Het gaat hier om Tinkerbell. Een spiegel die nu om en bij de 32 kilo zou moeten zitten. Hoop doet leven en dromen mag. Met nog een paar dagen voor de boeg is de kans er zeker. Hoewel ik van andere hoor dat het overal angstvallig stilvalt, blijft het vertrouwen hoog want de bikkel in mij weet nooit van opgeven. Plooien doen we niet! Wat komt, dat komt. Mijn motto dat in mijn hengels verwerkt is, is niet voor niets “born to fish, forced to work, dare to dream, refuse to fail.”
Zonder het echt te beseffen is de dag al ver gevorderd en de avond doet zijn intrede. Het is gezellig, wat zagen en zeveren doet een mens de dagelijkse heisa van thuis vergeten en ontspannen. Wat vind ik het zalig om dit samen met Karen te kunnen delen. Ze steunt me altijd in mijn visserij. Ik heb ze in de afgelopen jaren goed geleerd om foto’s te maken zoals ik het wil. Als er een aanbeet komt en ik aan het drillen ben, zet zij ondertussen alles al in gereedheid.
Het Warbaits emmertje vol water, de weegschaal hangt al aan de haak, de grizzly sling gereed voor onder het schepnet te steken, de camera al in gereedheid. Voor de vis de oever nadert staat ze er al met de lieslaarzen aan. Klaar om de buit te scheppen, wat ze doet als een pro. Ik kan me geen betere soul mate wensen om dit soort avonturen mee te beleven.
Wetende dat morgen de voorlaatste dag eraan komt, wordt de sessie uitgevist met een al voldaan gevoel. Wat nog komt, is gewoon bonus. En die bonus meldt zich ‘s ochtends aan als een mooi schubje waarvan ik toen nog niet wist dat dit de laatste vis van de sessie zou zijn. De laatste dag blijft het stil. Het vriespunt nadert, de watertemperatuur keldert zienderogen. De vissen gaan in wintermodus. We waren op de juiste plek op het juiste moment. De vijf dagen zijn verlopen zoals ik hoopte dat ze zouden verlopen. Op Tinkerbell na. Mijn vierde target. Maar dat maakt het net plezant. Iets om achteraan te zitten. Iets wat me bezig houdt. Voer voor mijn ‘karper minded brein’ dat nu ook even verplicht op wintermodus moet gezet worden door werk gerelateerde zaken.
De sessie was op zijn minst memorabel te noemen. En Tinkerbell… we zijn nog niet klaar. Misschien vallen de ontbrekende puzzelstukjes wel eens een keer samen. Nu maar eerst de winter doorkomen. De afkickkliniek voor karper zotten gaat zijn handen vol hebben met me. Eigenlijk is het gewoon onbegonnen werk. Ik kijk al uit te hervallen om weer als een junk mijn noden te voeden met karper vitaminen die mijn karper carrousel smeren en draaiende houden. Op naar het volgende seizoen, met weer nieuwe verassingen en uitdagingen!
Advertentie: