Het uitpeilen van je zigs

Fixed zigs

De afgelopen jaren is er veel media aandacht geweest voor het vissen met de zogenaamde zigrig. Een prachtige methode om karpers ook op half water te kunnen vangen. Op de markt zijn van veel merken producten te koop om het ziggen zo gemakkelijk mogelijk te maken. Zo zijn er veel aasvarianten verkrijgbaar en speciale voermixen zodat je niets meer zelf hoeft te bedenken. Leuk allemaal die producten en montages, maar hoe diep moeten we die zigs dan aanbieden? In het artikel van vandaag wil ik jullie enkele handvatten meegeven om deze belangrijke vraag te beantwoorden.

 

Advertentie:

The Carp Specialist  



Het zigvissen is een vernieuwde kijk op het ‘verzopen korstje’ wat in de jaren ’80 al werd gehanteerd. Wanneer de karpers op warme dagen niet aan de oppervlakte wilden azen en ook de bodem niet bezochten, wilde zo’n net onder de oppervlakte drijvende korst nog weleens soelaas bieden. Helemaal voor het vangen van de iets schuwere karpers! Door toedoen van de Engelse fabrikanten is het ziggen de afgelopen jaren helemaal opgekomen en zijn er legio merken die interessante producten aanbieden.

De Zigrig is een fantastische methode!
De Zigrig is een fantastische methode!

Fixed zigs

Alvorens we gaan kijken hoe je je zig het beste uitpeilt, is het goed om te weten dat er in principe twee soorten manieren van zigpresentaties bestaan. Dit zijn namelijk de adjustable zigs en de fixed zigs. Een fixed zig wilt zeggen dat deze direct vanaf het lood wordt gevist. Meestal wordt gekozen voor een inline lood die wordt gemonteerd op de conventionele manier maar wel met verlengde tailrubbers (Zig Links) en anti tangle sleeves om de montage zodanig ‘stijf’ te maken dat deze niet in de war wordt gegooid. Op het inline lood zit een verlengde drijvende onderlijn gemonteerd die recht omhoog vanaf het lood zal gaan staan. De lengte van de onderlijn is vooraf bepaald.

Fixed zigs
Fixed zigs

Adjustable zigs

De adjustable zig is een andere vorm en heeft als voordeel dat de lengte van je zig (onderlijn) nog niet vooraf is bepaald. Deze montage bestaat uit een wartellood, vaak een peillood, welke op de hoofdlijn is gemonteerd door middel van een big eye swivel of extra grote rigring. Het is hierbij belangrijk dat de hoofdlijn vrij door het oog kan bewegen. Na het lood zit een floater gemonteerd welke weerstand biedt en je zig omhoog drijft. Op de floater zit je onderlijn bevestigd. Door het geven van lijn kan je zelf de diepte van je zig bepalen. Op de markt zijn van diverse merken hiervoor speciale floater kits verkrijgbaar. Denk aan de Fox Halo Adjustable Zig Rig Float Kit of de Zig Floats van Nash Tackle.

Zig floats van Nash Tackle
Zig floats van Nash Tackle

De keuze voor adjustable of fixed zigs heeft voorwaarden voor het uitpeilen van je zig. Bij een fixed zig bepaal je vooraf de lengte van de onderlijn en zal je iets over de diepte van het water moeten weten. Bij een adjustable zig heb je meer vrijheid omdat je zelf makkelijk de lengte van de onderlijn kan bepalen door lijn te geven of te nemen. Toch heeft het bij een adjustable zig ook enorm veel voordelen om iets te weten over de diepte.

Hoe bepaal je de diepte van je zigs?

De grootste hamvraag in het zigvissen is hoe diep je de zigs aanbiedt. Ondanks dat dit per water, per dag en per uur kan verschillen, zijn er enkele methoden om erachter te komen. De eerste manier is om simpelweg te observeren. Een goede polaroid zonnebril kan je enorm veel informatie verschaffen waar de karpers zich ophouden en vaak kun je ook zien of ze net onder het oppervlak liggen of eronder. Op warme dagen dat de karpers zich goed laten zien is een adjustable zig een prima middel. Je kan je aasje prima tot net onder de oppervlakte aanbieden. Het is wel zaak om de adjustable zig niet vol in een groep karpers te gooien. Zo’n adjustable zig heeft door de floater een vrij forse inslag op het water.

De Deeper leent zich perfect voor het zigvissen
De Deeper leent zich perfect voor het zigvissen

Peilen

Het zigvissen wordt alleen een stuk lastiger als je geen flauw idee hebt waar de karpers zich bevinden en hoe diep ze zitten. Op zo’n moment zul je eerst wat onderzoek moeten gaan doen. Dit begint met het bepalen van de diepte. Het peilen van de bodem kan door middel van alle bekende manieren. Van het uitpeilen door middel van een peillood en een marker tot het gebruik van je voerboot. Een derde manier die ook minder ruimte in beslag neemt is het gebruik van nieuwere technieken als een Deeper of Luckylaker FF916WL. Deze echo-eitjes monteer je aan je hoofdlijn, gooi je in waarna je op je smartphone of tablet kan zien hoe de bodem eruit ziet. Een zeer simpele en effectieve manier van peilen dus!

Wanneer je over een voerboot met Humminbird Smartcast RF15e dieptemeter beschikt, kan je ook opzoek gaan naar de bekende gele eitjes (Remote Sonar Sensor) die je ook op je hoofdlijn kan knopen. Zo kan je je voerboot thuis laten en hoef je enkel je ontvanger mee te nemen. Deze eitjes kosten rond de 40,00 euro.

Een geel eitje is een optie voor de RF15e bezitters
Een geel eitje is een optie voor de RF15e bezitters

De 50/75 vuistregel

Wanneer je een goed beeld hebt van de dieptes dan is het zaak om je zigs te water te laten. Een vuistregel voor het aanbieden van zigs is als volgt. De eerste leg je op de helft van de diepte. Op een water van 4 meter diep leg je de eerste zig dus op 2 meter. De 2e zig leg je op driekwart van de diepte. Houden we een diepte van 4 meter aan dan leg je dus deze zig op 3 meter. We noemen dit voor het gemak de 50/75 vuistregel. Mocht je een derde hengel mogen inzetten dan is het raadzaam deze zig net onder de oppervlakte aan te bieden. Op basis van deze vuistregel kan je dus vooraf je fixed zigs knopen.

Het bepalen van de hoogte

Een 2e vuistregel die je kunt hanteren is om een zig een uur op een diepte aan te bieden om daarna het te proberen op een andere diepte. Deze vuistregel is wel afhankelijk of je ook over je zig wilt gaan spodden. Wanneer je bijvoert zullen de karpers in de regel sneller je zig vinden en kan je je zig minder tijd geven. Door veel te experimenteren met dieptes en tijden krijg je inzicht in het gedrag van de karpers.

Geef handmatig lijn af om de zigs omhoog te laten komen
Geef handmatig lijn af om de zigs omhoog te laten komen

Lijn geven of nemen

Bij een adjustable zig gaat het net even anders. Je gooit in en zorgt ervoor dat je floater tegen het lood aan ligt door spanning op de lijn te houden. Voordat je ingooide heb je een onderlijn aan de floater gemonteerd van 1 meter. Let er goed op dat dit je eerste meter is! Nu is het zaak om lijn te geven tot de gewenste diepte. Je doet dit door handmatig lijn van je spoel af te trekken tot een bepaald gedeelte op je hengel. Je kan zelf door middel van tape 50 centimeter op je hengel hebben uitgemeten en hebben gemarkeerd of je houdt je startoog aan. Door steeds lijn te geven tot de markering en het aantal keer te tellen, weet je hoe diep je je zig aanbiedt.

Markeren/clippen van lijn

Een 2e manier die iets secuurder werkt is door je hoofdlijn te markeren. Meet de gewenste diepte uit door middel van marker sticks en een rolmaat en clip je lijn op de lijnclip of voorzie je lijn van een markerknoop. Gooi in en geef net zoveel lijn totdat je de clip of markerknoop hebt bereikt. Vergeet als laatste niet om je lijn weer achter de lijnclip te verwijderen. Belangrijk is dat je weet dat de net gestelde vuistregel een eerste probeersel is. Om de exacte diepte te bepalen zul je namelijk moeten gaan zoeken. Het grote voordeel van een adjustable zig is dat dit zoeken een stuk makkelijker gaat. Door lijn te geven en/of te nemen kan je makkelijk je zig een meter dieper of ondieper aanbieden. Bij een fixed zig zal je steeds een nieuwe onderlijn moeten knopen.

Markeer je lijn
Markeer je lijn

De geavanceerde methode

Naast diepte is er nog een variabele waarmee je rekening kan houden bij het zigvissen en dat is de temperatuur van het water. Vooral in de zomermaanden is het bij diepere plassen zo dat er temperatuurgelaagdheid ontstaat. Warmer water is lichter dan koud water waardoor je een bovenlaag krijgt welke warm is en een onderlaag die kouder is krijgt. Deze overgang van warm en koud water heet de spronglaag. De onderkant van de spronglaag is te allen tijde de uiterlijke diepte waarop je moet vissen. Dit geldt zowel voor de oppervlakte-, zig- als bodemvisserij. Inzicht in deze temperatuur gelaagdheid kan enorm interessant zijn voor je zigvisserij. Je kan namelijk dieptes gaan wegstrepen waar de karpers niet komen.

In koud water zal een karper in de zomer niet graag komen. De zuurstofgraad is namelijk veel lager doordat er minder licht kan komen en er afbraak van algen plaatsvindt. De waterkwaliteit onder de spronglaag is dan ook niet aangenaam voor karper.

De Prologic Substrate Finder Thermometer
De Prologic Substrate Finder Thermometer

Het meten van de temperatuursgelaagdheid

Deze temperatuursgelaagdheid is te meten. Een goede dieptemeter wilt vaak deze informatie tonen maar mocht jouw dieptemeter deze functie niet hebben dan zijn er speciale middelen te koop. De meeste dieptemeters op voerboten geven namelijk alleen maar oppervlakte temperatuur aan! De meest omslachtige maar goedkoopste manier is door te gaan inspecteren met een thermometer. Reuben Heaton verkoopt hun Standard Thermometer welke je aan je lijn monteert en kan werpen. Door op verschillende dieptes te gooien, kan je een overzicht maken hoe warm het is op welke diepte. Makkelijker is door een Anaconda GTM Fish Hawk of Prologic Substrate Finder Thermometer aan te schaffen. Met deze speciale thermometers die je net als bij de Heaton versie aan je hoofdlijn monteert, kun je een overzicht krijgen van de temperatuur per meter. Op dieper water kan je dus zo een goed overzicht krijgen hoe de temperatuur zakt per meter.

 De Anaconda GTM Fish Hawk
De Anaconda GTM Fish Hawk

De spronglaag als 0-punt voor je zigs

We stelden net al dat karper op diep water zich niet vaak onder de spronglaag op zal houden. Het liefste zullen ze zelfs boven de spronglaag zitten op het warmste water. Karper blijft immers een koudbloedig dier welke warmte prefereert voor groei en gezondheid. De meetresultaten die je hebt opgedaan van je GLM Fish Hawk of Substrate Finder zijn dan ook enorm interessant.

Op dieper water van bijvoorbeeld 15 meter diep kun je al een groot gedeelte van de diepte wegstrepen als de spronglaag op 10 meter zit. Het heeft dan geen zin om de 50/75 vuistregel van de diepte te proberen als de 50% regel in dit voorbeeld zit onder de spronglaag. Het is dan ook verstandig om de spronglaag te kiezen als het 0-punt. Zit je spronglaag dus op 10 meter, dan leg je de eerste zig op 12,5 meter en de 2e op 13,75 meter. Het is even rekenen maar met een beetje geduld lukt het iedereen.

De spronglaag (foto: Gerwin Gerlach)
De spronglaag (foto: Gerwin Gerlach)

Vissen met zigs op klein water

Op klein water en ondiep water hoef je je over het algemeen minder te buigen over de spronglaag. Meestal voldoet de 50/75 vuistregel in dit geval. Bij wateren vanaf een 2 hectare kan het zijn dat er een spronglaag is vanaf een 3 tot 6 meter. Meten is weten.

Kleurencontrast

Voordat ik dit artikel afsluit wil ik het nog even hebben over het te gebruiken aas op welke diepte. Of je nu pop-ups, foam of zigbugs gebruikt, de kleur kan een verschil maken tussen vangen en blanken. Op dieper water wordt steevast de donkere kleuren geprefereerd waar onder de oppervlakte juist de fellere kleuren tot hun recht komen. Vooral deze donkere kleuren als zwart en bruin zijn niet ideaal voor het vertrouwen van de visser. De karpers zouden ze immers niet zien. Toch heeft het alles met contrast te maken. Als een karper vanaf onderaf naar boven kijkt dan is de lucht een lichte achtergrond waarop een donker aasje goed te zien is. Aast een karper van bovenaf dan is de bodem een donker contrast waarop een fel gekleurd aasje beter te zien zal zijn.  

Contrast zorgt ervoor dat ons aas beter wordt gevonden
Contrast zorgt ervoor dat ons aas beter wordt gevonden

Kleurenspectrum versus diepte

Gezien het kleurenspectrum onderwater kunnen we nog enkele conclusies trekken. Zoals je weet heeft de lichtinval invloed op het gegeven of je een kleur nog kan waarnemen op een bepaalde diepte. Kleuren als rood en geel vallen na circa 2,5 en 5 meter al weg. Groen bij circa 15 meter en blauw bij 25 meter. Het aanbieden van kleuren als geel en groen op dieptes dieper dan 5 meter is net als het aanbieden van zwart of bruin aas. Je hebt geen enkel voordeel meer van de kleur. Blauw en zelfs grijstinten daarentegen zal je zelfs op grotere dieptes kunnen gebruiken.

Het kleurenspectrum onder water
Het kleurenspectrum onder water

Kortom

Het zigvissen is een passieve manier van vissen die je actief moet benaderen. Door te spelen met aas, temperatuur en diepte kan je tot bijzondere vangkrachtige combinaties komen. Voedselnijd rondom je zig kan je enorm versterken door een zigmix te spodden. Het vinden van de juiste diepte doe je door de diepte en de temperatuur te meten. Eenmaal deze informatie gevonden kun je de 50/75 vuistregel toepassen en kijken welk aasje op die diepte het beste tot zijn recht komt. De keuze voor een fixed of adjustable rig is aan jou. Kies altijd voor een scherp klein haakje en een sterke drijvende liefst onzichtbare onderlijn. Vis je lijnen als laatst altijd strak op het lood voor een optimale beetregistratie. Veel succes gewenst!

 

Advertentie:

 



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *