Grote plannen
Na de start van mijn visserij werden de eerste doelen gesteld. Ik viste op een lokale vijver, dus een gesloten water. De vis kon nergens heen en ik hoopte de meeste karpers te vangen die er rondzwemmen. Hoe groot en hoe zwaar? Ik was nogal strijdbaar en wilde veel en vaak vissen en vangen. Ik had hierin nogal wat beperkingen. Tijd te kort, ik was actief in de zwemsport en probeerde ook daar de top te bereiken. Dus 10 trainingen in de week. Ook voetbal speelde ik. Twee trainingen in de week en een wedstrijd op zaterdag. Zondag was het wedstrijdzwemmen. Met andere woorden, een nachtje vissen was enkel te doen in de vakantieperiode.
Hiernaast mijn studie, zes jaar HAVO in plaats van 5, eiste veel tijd. In plaats van mijn gedachten bij mijn studie te houden was mijn hoofd vaak bij het water. Ik stelde alles in het werk (lees: beperkte mijn studie-uren) om zo veel als mogelijk te kunnen vissen. Mijn eindexamen werd dan ook volledig aan de waterkant voorbereid. Snel mijn examen maken en dan vlug de boeken van de volgende dag meenemen naar de waterkant. Gevolg: kreeg ik beet, dan had ik weinig voorbereiding voor mijn volgende examen. Met de hakken over de sloot werd mijn diploma behaald.
Hierna was er meer tijd. Even geen school, vakantie bij de zwemsport en voetbal. Alle tijd voor vakantiewerk en vissen. Door mijn vakantiebaantje kwam er ook wat meer geld in de knip en kon ik uit gaan kijken naar een upgrade van mijn uitrusting en aas. Boilies, veel boilies. In plaats van een bakje werd er een emmer meegenomen naar het water.
Het gevolg was dat ik inderdaad meer karper ging vangen, veel vissen vonden mijn net. Toch voelde ik me beperkt. Ik had nog geen auto en de vissen van de vijver leken kleiner dan het kanaal wat vrijwel om de hoek lag, maar net te ver weg om een volgepropte fiets, met bedchair op het stuur daarheen te gaan. Een viskar zou een oplossing zijn. Maar ik spaarde mijn centen en ging voor mijn rijbewijs.
Kanaal visserij
Na dit behaald te hebben, en ik de auto van mijn ouders over mocht nemen, was de vijver snel “te klein” en werd het kanaal mijn nieuwe doel. Maar waar te beginnen en hoe dit aan te pakken? Ik luisterde vaak naar de verhalen van anderen. Vissen van 20 pond en groter. Elk weekend weer. Later hoorde ik dan dat er voorgevoerd werd en dat velen van vrijdag tot zondag samen aan het kanaal doorbrachten. Goed, op zoek naar een stekkie en een vismaat die de kosten van boilies en benzine wilde delen. Vaak was het kiezen tussen twee kwaden, nooit eerste keus zeg maar.
De eerste boilies werden gedraaid, met de hand en een klein boillieplankje voor 20 mm boilies. Om de kosten te drukken niet voorvoeren, maar elke keer terug naar hetzelfde plekje, liefst elke zaterdag. We hadden een stuk kanaal waar anderen niet zaten en boekten meteen resultaat. De eerste nachten leverde telkens vissen rond de 20 pond op en we voelden ons de koning te rijk.
De vakantie zat er op en het serieuze werk begon. Een studie tot A-verpleegkunde was mijn nieuwe uitdaging. Mijn studie-uren waren relaxed, ik was op vrijdag vroeg thuis en kon een heel weekend vissen. Mijn zwem- en voetbalcarrières werden afgesloten. Dus had net als anderen de weekenden vrij om te vissen.
Door mijn studie in Helmond kwam ik vaak langs een stuk kanaal waar geen boten langskwamen, maar waar ik wel vaak karpers zag zwemmen. Mijn vismaat gaf de voorkeur aan stappen en ook ik ging graag naar de disco op zoek naar een vriendinnetje. Maar de zaterdag bleef voor mij vaste prik voor het vissen gereserveerd.
Nog meer nachten
Toen begon mijn stage. Oei, werken, zelfs avonden en ook weekenden. Daar gaan mijn plannen. Maar nogal snel bleek dit zijn voordeel te hebben. Als ik avonddienst had, kon ik de nacht ervoor gaan vissen. En als ik weekenden had gewerkt, was ik door de weeks vaak vrij.
Dit zorgde ervoor dat ik juist meer aan het kanaal te vinden was, op een stekje richting mijn werk in het ziekenhuis. Ook kwam er een stagevergoeding en mijn beurs werd sneller gevuld. Daardoor kon ik starten met voorvoeren. Mijn zuinigheid zorgde ervoor dat ik op een voer uitkwam wat goedkoop was en wat mij meer massa en kilo’s leverde. Duivenvoer: weken, koken en twee keer per week een volle emmer storten. Ik had via via een leuk setje zelfbouwhengels kunnen kopen en was helemaal klaar om het kanaal eens flink aan de tand te gaan voelen.
Ik viste op een “dood” stuk kanaal, geen boten, nauwelijks stroming. Mijn voer bleef dus op zijn plek. Ik viste met twee hengels, eentje onder de kant en de andere richting de overkant van het kanaal, waar ik met een beetje moeite de partikels net naartoe gegooid kreeg met een voerschep.
Lekker vangen op het kanaal
Als ik dan een nacht ging vissen gebruikte ik de boilie en ving elke nacht één of meerdere karpers van 20 pond. Inmiddels had ik bewaarzakken op de kop kunnen tikken en kon de vissen dus op de gevoelige plaat vast leggen. Ik had nauwelijks tijd om een rolletje naar de fotograaf te brengen! Ik had het geluk dat een vriend van me in Helmond op school zat en telkens als hij naar school fietste en mijn auto zag staan, kwam hij even foto’s maken. Er moest ook een landingsmat komen, maar die dingen waren destijds bijna niet beschikbaar en duur. Ik had een goed alternatief, een deel van een ziekenhuismatras zorgde ervoor dat de vissen veilig geland en gefotografeerd konden worden.
De geruchten gingen dat er zelfs op dat stuk kanaal zelfs een vis rondzwom van 15 kg! Dan zou ik helemaal in mijn nopjes zijn als ik die zou mogen vangen. Later bleek dat dit stuk kanaal de aan- en afvoer was van paaiende karpers. Ik had veel vissen in mijn net gehad, maar nooit die ene…
Advertentie: